Voor mij blijft het toch het ontroerendste kerstliedje: The little drummer boy. Het arme jongetje dat bij de pasgeboren Jezus op bezoek gaat maar geen geld heeft voor een cadeautje dat passend is voor een Koning. Met goedkeuring van Moeder Maria speelt hij daarom op zijn trommel en het kindje Jezus lacht hem toe.
De tekst en muziek is van Katherine Kennicott Davis uit 1941.
De tekst bevat niet minder dan 21 keer 'rum pum pum pum'.
Het liedje is uitgevoerd door minstens 220 artiesten in 7 talen.
Little Drummer Boy: Lyrics Come they told me, pa rum pum pum pum A new born King to see, pa rum pum pum pum Our finest gifts we bring, pa rum pum pum pum To lay before the King, pa rum pum pum pum, rum pum pum pum, rum pum pum pum,
So to honor Him, pa rum pum pum pum, When we come.
Little Baby, pa rum pum pum pum I am a poor boy too, pa rum pum pum pum I have no gift to bring, pa rum pum pum pum That's fit to give the King, pa rum pum pum pum, rum pum pum pum, rum pum pum pum,
Shall I play for you, pa rum pum pum pum, On my drum?
Mary nodded, pa rum pum pum pum The ox and lamb kept time, pa rum pum pum pum I played my drum for Him, pa rum pum pum pum I played my best for Him, pa rum pum pum pum, rum pum pum pum, rum pum pum pum,
Then He smiled at me, pa rum pum pum pum Me and my drum.
Hieronder volgt een aantal uitvoeringen (Marja, alleen de eerste is belangrijk voor de lijst.) Wat is uw favoriet?
Mijn favoriet: Pentatonix (2013)
Susan Boyle (2013)
Celtic Woman (2006)
Bing Crosby and David Bowie (1977)
Marlène Dietrich (Duits) (1964)
Johnny Cash (1963)
Bob Dylan (2009)
Justin Bieber (2011)
Gibson Highland Bagpipes
ABBA (1992)
Stevie Wonder (1967)
The Jackson 5 (1970)
Riverdance & Marinechor der Schwarzmeerflotte
Harry Simeone Chorale (1958)
The Von Trapp Family (1955)
The Beverley Sisters (1958)
Aanvulling 1: Sean Quigley (via Wiebeltjes) (2011)
Deze week is de zwijmelaar een lied van Niels Geuzebroek, gewoon omdat het een mooi liedje is.
Op donderdag 29 augustus 2013 was Niels Geusebroek in de studio van 538 te gast in het programma van Ruud de Wild. Hij had een week eerder de opdracht gekregen om een lied te schrijven op het ritme van de hartslag van de baby van de zwangere nieuwslezeres Hannelore Zwitserlood. Hij zong dat lied live in de 538-studio en na reacties hierop werd Take Your Time Girl als single uitgebracht. Hij scoort hiermee meteen een hit. Hij komt voor het eerst met een solo-nummer op nummer 6 binnen in de Mega Top 50. Op 21 september 2013 staat hij met dit nummer op plaats 1 in de Mega Top 50.
Prettig weekeinde.
Save and sound
My hands around your body
We'll take it day by day
I'll show you around
Guide you through my memories
Every step of the way
[Chorus:]
Take your time girl
Just leave it to me
And hold on to love
Soon you'll find the world at your feet
Take your time girl
Just leave it to me
And hold on to love
I feel you getting closer every beat
Take your time girl
On our own
Everywhere together
I know you'll count on me
But we're not alone
Your father and your sister
Are waiting patiently
[Chorus:]
Take your time girl
Just leave it to me
And hold on to love
Soon you'll find the world at your feet
Take your time girl
Just leave it to me
And hold on to love
I feel you getting closer every beat
Take your time girl
Deep in the night
When the whole world's asleep
I imagine how you'll be in 2033
And it's all fine by me
[Chorus:]
Take your time girl
Just leave it to me
And hold on to love
Soon you'll find the world at your feet
Take your time girl
Just leave it to me
And hold on to love
I feel you getting closer every beat
Take your time girl
Muziek, het woord is rond 1200 vanuit het Frans in het Nederlands terechtgekomen. We hebben er wel een goed Nederlands woord voor: toonkunst. Vroeger hoorde je nog wel eens het woord 'toonkunstenaar' maar ik kan me niet meer heugen wanneer ik dat woord voor het laatst gehoord heb. Hoe zou toen muziek maken genoemd worden? De toonkunst beoefenen? Klinkt wel aardig.
In huize De Wit werd er niets gedaan met of aan muziek. Hooguit was er de muziek van de radio en als vader De Wit in een goede bui was ging hij nog wel eens een liedje zingen, bijvoorbeeld Heidewitzka, vooruit geef gas.
Kleine Greetje kreeg op school wel zangles maar ze kraste zo vals
als een raaf en kon totaal geen maat houden, zei men. Vaak werd er
tegen haar gezegd: hou jij je mond maar, jij kunt niet zingen. Hoe
het dan wel moest daar had Greetje geen flauw benul van. En dat
terwijl ze toch zo graag galmde onder de afwas of met de radio
meezong.
Ze kreeg ook nooit een cijfer op haar rapport voor zingen. Alleen
in de zesde klas, op het allerlaatste rapport kreeg ze een 6, voor de
moeite gedurende haar hele lagereschooltijd.
Zingen kon ze dus niet, laat staan zelf een instrument bespelen.
Met bewondering keek ze altijd naar mensen die de mooiste klanken uit
hun muziekinstrument wisten te halen. Wat had ze dat graag zelf
willen kunnen.
Het toppunt van gezelligheid leek Greetje het samen muziek maken
met de hele familie. Ze wist ook al welk instrument ze zou bespelen:
de viool. Daar kwamen zulke mooie geluiden uit. Sommige mensen
noemden het kattengejank, maar zij vond het prachtig!
Maar helaas, Greetje was, is en blijft amuzikaal. Een instrument
bespelen of een lied ten gehore brengen is er dus niet bij.
Dit is de WE voor de maand november. Het woord dat niet gebruikt mocht worden is 'musiceren'. Kijk bij Plato voor meer WE-verhalen.
Vandaag maar eens een anti-zwijmel, een liedje waaraan ik de gloeiende pest heb. Het werd grijsgedraaid op de sportschool. Door de beat van de muziek voelde ik me altijd zo opgejaagd. En dan praat ik nog niet eens over de domme tekst.
En dat het een rotliedje is, blijkt wel uit het feit dat ik het filmpje niet eens geplaatst krijg.
Het betreffende liedje is It's raining men van The Weather girls. Hier is de link.
Een groot deel van hun jeugd viel in de crisisjaren en toen was er
niet veel geld voor eten. Daarna kwam de oorlog en veel eten was
in die tijd niet of nauwelijks verkrijgbaar. Na de oorlog ging
het wat beter maar het was nog steeds geen vetpot.
Oude dametjes die nu een jaar of 80, 90 zijn hebben het vroeger
niet altijd even goed gehad. Ze moesten eten wat er was, en lang niet
altijd was er iets. Wat eten betreft werd het goedkoopste van het
goedkoopste gekocht. Of het dan nog wel lekker was, werd niet
gevraagd. Luxe was er helemaal niet bij. Chocolade, sinaasappels,
bananen, daar konden ze alleen maar van dromen.
Nu zijn ze oud. Zij hebben hun AOW en eventueel nog een
pensioentje. Veel geven ze niet meer uit. Ze hebben dat ook niet meer
nodig. Maar één ding vinden ze wel belangrijk: het eten moet goed
zijn. Geen merkloze of C-merk producten, maar alleen A-merken. Hoe
duurder hoe beter. Van vroeger weten ze dat goedkoop niet lekker is,
dus kopen ze nu het duurste, want dat is goed, dat is het beste.
En je kunt honderd keer met een consumentenonderzoek aankomen
waarin blijkt dat het duurste niet per definitie het beste is. Nee,
daar willen ze niet aan.
Als ik met mijn tante van in de negentig boodschappen ga doen en
ze wil iets kopen wat ze niet kent, neemt ze automatisch het duurste.
Dat is het beste. En dat ze dat dan doet voor zichzelf, moet ze zelf
weten. Het is haar geld. Maar kwalijk vind ik dat ze van mij ook
verwacht dat ik het duurste koop. “Wat moet je met die rotzooi?
Koop toch goed spul!” Er niet bij stilstaand dat ik niet de
mogelijkheid heb het duurste te kopen.
Het thema van de WE-300 voor de maand oktober is kwaliteit. Meer WE-300 bij Plato.
Ooit heb ik geschreven dat ik wat muziek betreft ben blijven hangen in de jaren zestig, begin jaren zeventig. Iemand reageerde toen met: Jammer, dan ken je heel veel goede muziek niet. Dat klopt. Er is veel langs me heengegaan. Zoals dit heerlijke nummertje hardrock uit 2007 van The Foo Fighters. Ik werd er onlangs op geattendeerd. Ik hou wel van deze muziek.
Prettig weekeinde.
Keep you in the dark
You know they all pretend
Keep you in the dark
And so it all began
Send in your skeletons
Sing as their bones go marching in... again
The need you buried deep
The secrets that you keep are ever ready
Are you ready?
I'm finished making sense
Done pleading ignorance
That whole defense
Spinning infinity, boy
The wheel is spinning me
It's never-ending, never-ending
Same old story
[Chorus (x2):]
What if I say I'm not like the others?
What if I say I'm not just another one of your plays?
You're the pretender
What if I say I will never surrender?
In time or so I'm told
I'm just another soul for sale... oh, well
The page is out of print
We are not permanent
We're temporary, temporary
Same old story
[Chorus x2]
I'm the voice inside your head
You refuse to hear
I'm the face that you have to face
Mirrored in your stare
I'm what's left, I'm what's right
I'm the enemy
I'm the hand that will take you down
Bring you to your knees
So who are you?
Yeah, who are you?
Yeah, who are you?
Yeah, who are you?
Keep you in the dark
You know they all pretend
[Chorus x2]
[x2]
What if I say I'm not like the others?
(Keep you in the dark)
What if I say I'm not just another one of your plays?
(You know they all... pretend)
You're the pretender
What if I say I will never surrender?
So who are you?
Yeah, who are you?
Yeah, who are you?
En dan begin je maar lijntjes te trekken. Je hebt er niet veel voor nodig. Een potlood, een gummetje, een liniaal en ruitjespapier (grote schriften, 1 euro per stuk bij de Primera, 1,50 per drie bij de Hema).
Maar zo werkte het niet. Er moet natuurlijk eerst het een en ander aan research gedaan worden. Hoe is de indeling van een kasteel van binnen? Welke vertrekken waren er? Een kasteel had uiteraard niet alleen een woonfunctie maar ook een bestuursfunctie. Wat voor volk liep er verder nog op het kasteel rond buiten de bewoners en het huishoudelijke personeel? Wie waren die bewoners, was dat alleen een gezin of was dat een grootfamilie? Waar sliepen ze? Allemaal op een eigen kamertje? Waar sliep het personeel? Hadden ze toen al butlers?
Waar waren de kerkers? In het souterrain of was er nog een laag onder?
Hoe was de beveiliging? Dikke muren, maar hoe dik? Was er nog een extra verdedigingsmuur? Met gracht? Hoe zag een poort eruit?
Allemaal vragen, dus moest ik eerst heel veel lezen over die tijd. Dat was eigenlijk nog veel interessanter. Ik weet nu veel meer van de Middeleeuwen, een interessante tijd.
Dan moest ik het kasteel nog situeren. In ieder geval niet in Nederland want in de huidige tijd is het moeilijk in Nederland een kasteel te vinden met een flinke lap grond (3.000 hectare of zo) erbij.
Dat werd dus de Schotse Hooglanden en wel Cairngorms. Maar was de bodem daar wel geschikt om diep te graven voor de kasteelmuren en de slotgracht?
Mijn kasteel moest natuurlijk een van de mooiste en grootste kastelen van Schotland worden. De bewoners waren een grafelijke familie. Later schopte een achterkleinzoon het tot hertog.
Een probleem dat ik nog steeds niet goed heb opgelost is het gemak. Tijdens de bouw van het kasteel, het oudste gedeelte is van de 12e eeuw, bestonden er nog geen wc's. Wel werden er houten erkertjes aan de verdedigingsmuur gemaakt. Daar kwam dan een gat in en men deponeerde dan zijn grote en kleine boodschap rechtstreeks in de slotgracht. Maar ja, dan moest er wel een slotgracht zijn.
En dan gaan we naar de huidige tijd. De grafelijke en later de hertogelijke familie heeft er in de loop der eeuwen, vooral in de achttiende en negentiende eeuw, het een en ander bij laten bouwen. Gelukkig was er toen binnen de muren van het kasteel nog ruimte genoeg. Maar de vorige bewoners en de huidige bewoners wilden ook graag hun eigentijdse ruimtes hebben: garages, een zwembad en dergelijke. Heel leuk allemaal maar op het binnenterrein was nu geen plaats meer en bovendien die lelijke moderne gebouwen of nep-oude gebouwen misstaan er. Dat moest allemaal maar buiten de muren gebouwd worden. Tegenwoordig hoef je niet meer bang te zijn om met kanonnen beschoten te worden. (Hoe kregen ze vroeger die kanonnen eigenlijk op de bolwerken en weergangen? Met een lier?)
Mijn kasteel is dus helemaal aangepast aan de huidige tijd. Het kostte allemaal een lieve bom duiten maar gelukkig zaten ze in de whisky en hoefde ze zich om geld niet druk te maken zoals vele andere adellijke families dat wel deden en ze hun voorvaderlijk slot maar verkochten aan een hotelketen of er een pretpark of museum van maakten.
Ondertussen heb ik weer een nieuwe versie van het kasteel gemaakt. De oude versie voldeed niet goed. Op bijgaande foto is te zien dat de vorige versie in ieder geval één bewoner heeft gehad.
Tja, een nieuwe hobby is leuk, maar om daardoor blogland en het blog te verwaarlozen is niet zo leuk. Vandaar maar weer eens een berichtje van mij en waar ik mee bezig ben.
Ik kijk graag op Funda naar huizen, niet zo maar huizen van een tonnetje of wat. Nee, de vraagprijs moet toch minstens op een miljoentje liggen. Ik kan me vergapen aan zulke oude huizen, soms zo mooi. Je komt normaal gesproken niet in zulke huizen en nu kun je dus wel zien hoe zo'n huis er van binnen uitziet. Niet dat ik er van droom om er zelf in te wonen - ik zou niet eens willen - maar alleen maar om te kijken. En soms ook ergeren. Sommige huizen, meestal nieuwbouw, zijn zo patserig. Dan hebben ze al een woonkamer van een kleine honderd vierkante meter en dan moet er ook nog een masterbedroom (nee, geen slaapkamer) van zo'n vijftig vierkante meter of meer komen. En dan nog een badkamer waarin je verdwaalt en een dressingroom die dusdanig van afmeting is dat, als je die gevuld wilt krijgen, je elke dag wel mag gaan shoppen (en dan natuurlijk in de PC).
De huizen op Funda zijn echter niets vergeleken met het aanbod op Right move, de Britse Funda. Echt prachtige huizen, kastelen, landgoederen. Vaak al honderden jaren oud en er zit natuurlijk veel land bij, een paar hectare is nog maar het begin. En dan de huizen, nou ja, huizen, in Schotland. Complete kastelen met een paar duizend hectare grond erbij. Zoals deze of deze. Je waant je in de serie 'The Monarch of the Glen". Kijk, daar zou ik nou wel willen wonen. Een klein huisje op zo'n landgoed en dan kilometers in de omtrek geen mens te bekennen. Nadeel is wel dat er in die contreien gejaagd moet gaan worden om het nog een beetje rendabel te houden.
Die Britse panden moeten ook allemaal minstens vijf ontvangstruimten hebben: de salon, de bibliotheek, de biljartkamer, de eetkamer en de grote hal die ook als salon is ingericht. Zelfs het meest bescheiden huisje heeft al een zitkamer én een eetkamer. En elke slaapkamer moet zijn eigen 'en suite', badkamer dus, hebben. Nee, geen doucheruimte maar een heuse badkamer. En dan die inrichtingen, soms heel smaakvol, soms ligt het vol met kleden op de vloer.
Dan zie ik plattegronden van die oude kastelen en hoe ze nu die indeling hebben en dan denk ik: Dat kan veel beter. Daarom houd ik me nu onledig met het ontwerpen van middeleeuwse kastelen. Ik ben dus kasteelvrouwe op papier geworden. Daarover morgen meer.
Ik vroeg mijn zus van welke muziek zij houdt en haar antwoord was: Herman van Veen. Goh, ja, dat vind ik ook mooi en van hem heb ik eigenlijk nog nooit iets geplaatst. Het eerste nummer dat ik noemde was Suzanne, zij noemde Anne, een lied voor zijn dochtertje. Vandaar dat ik ze hier beide plaats. Het derde nummer is Kyrie eleison (Grieks voor Heer, ontferm U over ons), minder bekend maar wel een mooi lied.
De teksten van de liedjes heb ik onderaan gezet.
Prettig weekeinde.
Suzanne
Suzanne neemt je mee Naar een bank aan het water Duizend schepen gaan voorbij En toch wordt het maar niet later En je weet dat ze te gek is Want daarom zit je naast haar En ze geeft je pepermuntjes Want ze geeft je graag iets tastbaars En net als je haar moet zeggen Ik kan jou geen liefde geven Komt heel de stad tot leven En hoor je meeuwen schreeuwen Je hebt steeds van haar gehouden
En je wilt wel met haar meegaan Samen naar de overkant En je moet haar wel vertrouwen Want zij houdt al jouw gedachten in haar hand
En Jezus was een visser Die het water zo vertrouwde Dat hij zomaar over zee liep Omdat hij had leren houden Van de golven en de branding Waarin niemand kan verdrinken Hij zei "als men blijft geloven Kan de zwaarste steen niet zinken" Maar de hemel ging pas open Toen zijn lichaam was gebroken En hoe hij heeft geleden Dat weet alleen die visser aan het kruis
En je wilt wel met hem meegaan Samen naar de overkant En je moet hem wel vertrouwen Want hij houdt al jouw gedachten in zijn hand
Suzanne neemt je mee Naar een bank aan het water Je onthoudt waar ze naar kijkt Als herinnering voor later En het zonlicht lijkt wel honing Waaraan kinderen zich tegoed doen En het grasveld ligt bezaaid Met wat de mensen zoal weg doen In de goot liggen de helden Met een glimlach op de lippen En de meeuwen in de lucht Lijken net verdwaalde stippen Als Suzanne je lachend aankijkt
En je wilt wel met haar meegaan Samen naar de overkant En je moet haar wel vertrouwen Want ze houdt al jouw gedachten in haar hand
Anne
Er waren mooie baby's bij maar niet zo lief als jij Anne van al dat wit en zoveel licht gingen van schrik je ogen dicht Anne Even kreeg ik kriebels in mijn keel maar je had geen pink te veel Anne Ik stond te blozen was zo blij jij moest er haast van lachen Anne
Anne de wereld is niet mooi maar jij kan haar een beetje mooier kleuren Anne je hebt nog heel wat voor de boeg maak je geen zorgen daarvoor is het nog te vroeg veel te vroeg....
De wijzers van de klok gaan snel dat merk je later wel Anne Van de pot naar de wc Gaat 1, 2 huppekee Anne Je hebt net je bromtol al uit gepakt Of bent al weer een jaar ouder Voor ik goeiemorgen zeg Ben jij op je brommer weg Anne
Anne de wereld is niet mooi Maar jij kan haar een beetje mooier kleuren Anne je hebt nog heel veel voor de boeg Maak je geen zorgen daarvoor is het nog te vroeg Veel te vroeg
Er waren mooie baby's bij Maar niet zo lief als jij Anne Alleen de ogen van je moeder Waren net zo mooi als jij Anne
Kyrie Eleison
Voor de bakker die zijn vuur laat doven voor de boer die zijn ploeg laat staan voor de metselaar die geen huis meer wil bouwen voor de herders die niet meer verder gaan
Voor de meester die niet meer durft vertellen voor de priester die zijn gebed vergeet voor de dokter die niet meer kan genezen en voor de rechter die geen raad meer weet
Voor de grootmoeder alleen op haar kamer voor opa die al vergeten is voor de angsten en slapeloze nachten voor 't verdriet dat niet geweten is
Voor de minnaars die niet meer zingen voor de liefste die het huis verlaat voor al het nutteloze leed van de wereld voor ons zieltje dat tenonder gaat
Voor de kinders in kelders gevangen zoveel onschuld verkracht en vermoord voor de politieke heersers door geld en macht ontspoord
Voor onze bitsige bijtende woorden voor onze leugens en onze achterklap voor het paradijs dat we verloren voor onze levenslange ballingschap
Voor cipiers en advocaten voor presidenten en inspecteurs voor adjudanten en commandanten voor commissarissen en controleurs
Voor fabrikanten en voor commercianten en farizeeërs met groot gewin in hormonen drugs en wapens voor al 't kwaad er tussenin
Ook voor vissers en voor matrozen en voor het boerenvolk op de tracteur voor 't zigeunervolk langs de wegen voor de schipper en de vrachtchauffeur
Voor de buurvrouw en de glazenwasser voor de smid en voor de timmerman voor het ventje aan zijn loketje voor de zanger voor de orgelman
Voor de moeder van 't kreupele kindje voor het lief van een dode soldaat voor het meiske zonder beminde voor al 't zeer dat nooit meer overgaat
Voor wie zal ik hier nu nog zingen voor diegene die 'k hier vergeet er kan niemand zonder wat vrede rijke boer of arme proleet
Ik woonde in de jaren zestig in Apeldoorn. Het uitgaansleven daar stelde voor een tiener niet veel voor. En zo was het ook gesteld met de plaatselijke bandjes. Er waren er wel een paar maar echt succesvol waren ze niet. De enige groep toen die wel wereldberoemd was in Apeldoorn en landelijk een hitje hadden was Geebros, gevormd door de gebroeders Groote. Daar waren 'we' natuurlijk vreselijk trots op.
Meer zwijmelen bij Marja, vandaag voor de 100e keer.
De nazomer, oudewijvenzomer of sint-michielszomer is de periode van begin september tot half november waarin het nog zomerachtig weer kan zijn. Weliswaar daalt in deze tijd van het jaar de gemiddelde middagtemperatuur in De Bilt van ongeveer 20 graden naar 9 graden, maar er zijn ook regelmatig periodes die volledig aan de zomer doen denken.
In het Nederlands spreken we van oudewijvenzomer naar het voorbeeld van het Duitse Altweibersommer. Oorspronkelijk komt het begrip uit de Noordse of Germaanse mythologie, waarin noodlotsgodinnen wevend of spinnend werden voorgesteld. Het spinnen van deze lotsgodinnen beeldde het spinnen van de menselijke levensdraden uit. De term oudewijven kan ook terug worden gevoerd op een vrouwelijke watergeest met lange witte haren. Later kreeg het betrekking op oude breiende vrouwen en veldspinnen die bij rustig nazomerweer lange draden spinnen. Bron: Wikipedia.
We hebben tot nu toe een mooie nazomer gehad, ook gisteren was het weer een mooie dag, maar het lijkt gedaan te zijn met het mooie weer.
Er zullen weinig mensen zijn die niet zwijmelen bij een oudewijvenzomer.
Dit was de Nederlandse Top 40 van 5 oktober 1974, 40 jaar terug dus. Herinnert u ze zich allemaal nog?
1. Rock your baby George McCrae
2. The wall street shuffle 10 C.C.
3. Air disaster// I don't wanna die in an air disaster Albert Hammond
4. Gigi l'amoroso - gigi l'amour Dalida
5. Auf wiedersehn Demis Roussos
6. In the summernight Teach In
7. Man of action The Les Reed Orchestra
8. I shot the sheriff Eric Clapton
9. Clap for the wolfman The Guess Who
10. Swinging on a star Spooky & Sue
11. I'm leaving it (all) up to you Donny & Marie Osmond
12. Een kind zonder moeder Mieke
13. Tonight Rubettes
14. Veronica, sorry Peter en Zijn Rockets
15. Father john Lemming
16. Can't get enough of your love, babe Barry White
17. Kung fu fighting Carl Douglas
18. I've got the music in me The Kiki Dee Band
19. Such a night Ricky Gordon
20. Lady eleanor American Gypsy
21. Your baby ain't your baby anymore Paul Da Vinci
22. C'est moi C. Jerome
23. Kissin' in the back row of the movies The Drifters
24. The hostage Donna Summer
25. Amateur hour Sparks
26. The bandstand Tee-Set
27. Rosita André Moss
28. Friet met mayonaise (gigi l'amoroso) Mike Vincent & DVO Electrogram
29. Another saturday night Cat Stevens
30. Wintertime Kayak
31. One more time Redbone
32. Oh, wat een nacht Hanny en De Rekels
33. Kom, liefste geef me je hand Lenny Kuhr
34. The six teens The Sweet
35. De dronkaard Jan Boezeroen
36. Lady Brotherhood Of Man
37. Mensen zijn je beste vrienden Astrid Nijgh
38. Dodenrit Drs. P.
39. Aber am abend da spielt der zigeuner Cindy & Bert
40. Rock the boat The Hues Corporation
Wat mij opvalt is dat er 8 Nederlandstalige nummers in staan, 2 Duitstalige, 1 Franstalige en 1 Italiaanstalige.
Vier nummers uit deze Top 40 zijn al eerder gezwijmeld: Rock your baby George McCrae Veronica, sorry Peter en Zijn Rockets Rosita André Moss Dodenrit Drs. P.
Ik voeg er nu drie aan toe. Wat zou uw keuze zijn?
Lou Reed is in 1965 een van de oprichters van The Velvet Underground, een goede rockband die nauwelijks hits gehad heeft. Het bekendste nummer van The Velvet Underground is Sweet Jane, terug te vinden in de Top 2000.
Op onderstaand filmpje wordt Sweet Jane gespeeld door Lou Reed die het nummer ook geschreven heeft.
Piet zoefde heerlijk in zijn tweedehands Opeltje langs de weg, zijn vrouw
Marjan naast hem en zijn dochters achterin. Hij voelde zich de
koning te rijk. Eindelijk na meer dan twintig jaar had hij dan zijn
eigen autootje. Konden ze op zondag heerlijk uitjes maken, ook meedoen aan
het bermtoerisme.
Als ambtenaar had hij een goede baan. Hij kon niet zomaar
ontslagen worden, maar het was geen vetpot. Altijd al waren ze
onderbetaald geweest, maar nu had de minister eindelijk de
ambtenarensalarissen gelijkgetrokken met de salarissen in het
bedrijfsleven en nu konden ze zich ook eens wat permitteren.
Het eerste was natuurlijk het autootje. Maar er stond veel meer op
stapel. Eindelijk was het tijd die duffe jaren vijftig van zich af te
schudden. Ze leefden nu in de jaren zestig, alles was anders, alles
was nieuw en modern. Hij zou een poosje sparen en dan ging hij zijn
huis aanpakken.
Al het oude ging eruit, nieuw en strak was het motto. In de keuken
ging het kolenfornuis, de schouw, het aanrecht, de glazen kast en
dergelijke eruit. De voorkamer en de huiskamer werden
aaneengetrokken tot een mooie doorzonkamer. Dat ouderwetse gestucte
plafond werd vervangen door een mooi strak plafond. Op paneeldeuren werden platen bevestigd en overal in huis
verdwenen de randjes en de richeltjes, net als de ingebouwde kasten.
De ramen werden groter, het glas-in-lood verdween en zo was er nog veel meer te doen.
Licht en ruimte, laat de jaren zestig maar in het huis rondwaren.
Vijftig jaar later kwam zijn oudste
dochter toevallig in het huis, het huis uit haar jeugd. Ze mijmerde
dat ze het toen toch zo'n mooi huis vond. De gezellige huiskamer met
de engeltjes op het plafond, de knusse woonkeuken met het fornuis en
zo meer. Eigenlijk jammer dat het allemaal weg was.
Het thema van de WE-300 voor de maand september is renoveren.
Meer WE-300 bij Plato.
Het is een mooi en gevoelig lied: When I am laid in earth uit de opera Dido en Aeneas van Henry Purcell en Nahum Tate. Deze uitvoering wordt gezongen door Alison Moyet. Hier leest u er meer over.
"Dido's Lament: When I Am Laid In Earth"
When I am laid, am laid in earth, may my wrongs create
No trouble, no trouble in, in thy breast.
When I am laid, am laid in earth, may my wrongs create
No trouble, no trouble in, in thy breast.
Remember me, remember me, but ah!
Forget my fate.
Remember me, but ah!
Forget my fate.
Remember me, remember me, but ah!
Forget my fate.
Remember me, but ah!
Forget my fate.
Kun je nog wel de zwartepiet toegespeeld krijgen? Of is dat politiek incorrect en moet je die uitdrukking wijzigen in 'iemand de wittepiet toespelen'?
En zwartepieten? Mag dat ook nog? Of mag alleen die tweede zwarte Piet wel?
Moet je de geschiedenis herschrijven omdat bepaalde cultuuruitingen niet meer in deze tijd passen? Moet je naar de rechter stappen omdat je vindt dat bepaalde dingen niet meer kunnen?
Zaken die niet meer kunnen, worden vanzelf door de tijd achterhaald. Neem nu bijvoorbeeld Carnaval. Oorspronkelijk een Rooms-katholiek feest om je, onder andere, nog even voor de 40-daagse vastentijd eens flink te buiten te gaan. Veel mensen vieren het en bij veel van die vierders gaan de haren rechtovereind staan als je over het geloof gaat praten. Toch is het een groot volksfeest. Als je bij deze mensen zou aankomen met iets over de vastentijd zou men zeggen dat dat toch volkomen achterhaald is en dat het gewoon een leuk feest is. En zo is het ook. De hele betekenis en alle wat erbij komt is in de loop der tijden verandert tot wat het nu is. Geen rechter of commissie is daaraan te pas gekomen.
Zo zie ik het Sinterklaasfeest met al zijn uitingen daarbij ook. Eeuwenlang wordt het feest al gevierd. Het is geen statisch feest. Vergeleken met een paar honderd jaar geleden is het een heel ander feest. De essentie blijft: het geven van anonieme cadeautjes.
Vijftig jaar geleden was Sinterklaas nog een grote boeman die zijn knecht Zwarte Piet opdracht gaf om stoute kinderen in de zak te stoppen en mee te nemen naar Frankrijk. Kinderen werden bang gemaakt voor Sinterklaas en Zwarte Piet. Nu is dat niet meer zo, alhoewel kinderen nog vrolijk zingen over de roe en de zak.
Is daar een rechter en een commissie aan te pas gekomen? Nee, natuurlijk niet. Zoiets gaat vanzelf. Het is de tijdgeest. Mensen praten erover en worden aan het denken gezet. De een probeert eens wat uit en de ander neemt het over. Ik ben ervan overtuigd dat over tien of twintig jaar het Sinterklaasfeest er heel anders uit zal zijn dan nu.
Maar om zoiets voor de rechter af te dwingen gaat mij te ver. Met dwang bereik je niets. Hooguit dat het zich tegen je keert. En dat je daarbij veel kapotmaakt. Je kunt niet zomaar iets radicaal veranderen, daarmee help je, bijvoorbeeld hier, het feest om zeep.
Eerlijk gezegd, ik heb bij Zwarte Piet nog nooit gedacht aan racisme, discriminatie of slavernij. Hij is zwart van het roet van de schoorstenen, en als er helemaal geen schoorstenen meer zijn hebben ze ook geen zwarte Piet meer nodig.
Je kunt je natuurlijk overal aan ergeren. We hebben in het Nederlands een mooi spreekwoord: Als je een hond wilt slaan, vind je altijd wel een stok. Ik, als Rooms-katholiek, zou me kunnen ergeren aan de figuur van Sinterklaas, een karikatuur van een bisschop. Discriminatie van katholieken! Sinterklaas heeft op zijn mijter een kruis! Heeft iemand ooit wel eens een bisschop gezien met een kruis op zijn mijter. O, ze zullen er misschien wel zijn, maar op één hand te tellen. Ik kan me vreselijk gekrenkt voelen om de karikatuur, maar waarom zou ik? Het is toch een veel te mooi feest om je daar druk om te maken!
Een speelse en intieme compositie die je als kijker nieuwsgierig maakt naar de muziek van dit drietal. Links zien we Luka Aubri spelend op de slideridoo, middenin zit Dominic Marchal met gitaar en rechts zien we Stéphan Kesenne met viool.
Ergens op het wereldwijde web kwam ik deze prachtige a capella uitvoering tegen van Hotel California. Door de Cubaanse groep Vocal Sampling. Hier leest u meer over de groep.
Op You Tube vond ik nog een uitvoering van een Cubaans lied: Buscando Guayaba
Hier de originele versie van Willie Colon & Ruben Blades.
Prettig weekeinde.
Hier de Spaanse tekst en daaronder de Engelse vertaling.
Me fui pa'l monte buscando guayaba Por la vereda del 8 y el 2 Y aunque encontré una casa dorada Esa guayaba no la hallaba yo
Mucho he viajado por todo el mundo Y nunca, nunca pude encontrar Una guayaba que me gustara Y detuviera mi caminar
Y aunque encontré una casa dorada Esa guayaba no pude hallar
Buscando guayaba ando yo ¿Cómo? Que tenga sabor que tenga mentol Buscando guayaba ando yo Que tenga sabor que tenga mentol Buscando guayaba ando yo Que tenga sabor que tenga mentol
Una guayaba salva morena Una guayaba que está bien buena Buscando guayaba ando yo Que tenga sabor que tenga mentol
U ru, ru guarara donde va miguel U ru, ru guarara fue a buscar también Guayaba Buscando guayaba ando yo Que tenga sabor que tenga mentol
Pero que tenga mucho mentol Pero que tenga, que tenga muchísimo sabor Buscando guayaba ando yo Que tenga sabor que tenga mentol
Busca una guayaba, busca una guayaba Busca una guayaba por la vereda del 8 y el 2 Buscando guayaba ando yo Que tenga sabor, que tenga mentol
Que tenga sabor que tenga mentol Buscando guayaba ando yo Guayabita sabanera Buscando guayaba ando yo
Aquí hay dos Que yo quiero una guayaba Buscando guayaba ando yo
Venga y dame una manito Ay ayúdeme coma y Buscando guayaba ando yo
Ya la veo que usted Ya la Veo que usted no coge Y no Dice donde hay Buscando guayaba ando yo
Dime esa guayaba bonita Donde la encuentro, ay Dios Buscando guayaba ando yo
Qué, que caminando Siempre voy andando señor Buscando guayaba ando yo
U ru, ru guarara donde va miguel Buscando guayaba ando yo
Ven ayúdame de lao Dime donde esta que nunca Yo la he encontrao Buscando guayaba ando yo
Acompáñame porque puede suceder Buscando guayaba ando yo
Que yo encuentre esa mujer Y la aprenda aquerar Buscando guayaba ando yo
La busco por el monte Y por la marqueta Buscando guayaba ando yo
No, no, no, no, te escondas más Y aparece prieta Buscando guayaba ando yo
Que tenga sabor Y que tenga mentol Buscando guayaba ando yo
I went to the mountain in search for a fruit
I took the trail of the eight and the two
and though I found a golden house, the fruit was not to be had,
I have traveled all over the world, and have never being able to find
a fruit thatI like enough to make me stop my wanderings
although I didn’t find a golden hours, I never found that fruit...
Chorus:
In search of a fruit am I, a fruit with flavor, with zest.
Soneos:
a fruit, with dark skin
a really good fruit
Bururú Barará, where is Miguel going?
Bururú Barará, he went in search of fruit too!
I’m in search of a fruit
I’m in search of a fruit
I’m in search of a fruit
on the eight and two road..
a fruit with a lot of zest.
a fruit with a lot of flavor
A fruit with flavor, with zest.
little fruit from the prairie
here, for me
I want a fruit
come and give me a hand,
come and help me, “comay”
I see that you
don’t get any and don’t say where there is some
a Tell me, that precious fruit,... where can I find it?
I come walkinkg, I am always walking, Lord
Come and help me witch doctor, tell me where it is ‘cause I can’t find it
Tell me where it is, that I’ve never have found it
a fruit with flavor, with zest.
a fruit with flavor,
eh, eh, eh, my fruit
where do I find it?
Come with me because it could happen
that I could find that woman and could learn to love her
I’m looking on the mountain and at the market place,
a No,no, no, dont hide and show up, baby,
Bururú Barará, where is Miguel going?
Bururú Barará,
I loved you, and you use to say you loved me a lot
Scharrelkinderen zijn kinderen die buiten mogen spelen en rondlopen,
zonder dat er volwassenen bij zijn. De meeste kinderen van tegenwoordig gaan
nooit alleen het huis uit. Ze worden bijna constant door volwassenen begeleid,
nemen deel aan georganiseerde activiteiten en hebben nauwelijks de mogelijkheid
om zelf op exploratie te gaan. Scharrelkind is gevormd naar analogie
van het woord scharrelkip. In het Engels is free-range kid
gebruikelijk, naar analogie van free-range hen. Bron: http://taaltelefoon.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1340
Beatrijs Rijtsema schreef hier over scharrelkinderen. Ik had nog nooit van de term gehoord, hoewel ik wel een scharrelkind was.
Het zette mij aan het nadenken over hoe ik zelf in de jaren vijftig kind was.
Ik woonde aan een rustige, smalle, onverharde weg. Er kwam nauwelijks verkeer door de straat. Een enkele fietser en een paar keer per dag een auto, meestal leveranciers. De melkboer kwam nog met paard-en-wagen langs. Voor de weg liep een spoorlijn. Daar kwam vier keer per dag een stoomtrein over. Daarvoor was een veld van een meter of twintig breed langs de hele weg en daarvoor was onze weg een straat. Dat stuk weg was verhard en daar kwam wel iets meer verkeer door.
Ik speelde altijd op straat, zomer en winter. Er was altijd wel een buurkind op straat te vinden. En anders speelde ik wel met een broertje of alleen.
Op het grote veld aan de andere kant van de spoorlijn speelden we vaak. Daar was namelijk een grote opslag van boomstammen. Op die boomstammen heb ik heel wat afgespeeld. Tegenwoordig moeten de kinderen naar een buurtspeeltuin om te spelen, maar wij hadden onze eigen speeltuin voor het huis. Alleen was moeder wel kwaad als er weer hars van de boomstammen aan onze kleren zat. We moesten daarom altijd oude kleren aan.
Toen ik een jaar of tien was, werd er in een zijstraat riolering aangelegd. Wat was dat een mooie speelplaats. Grote heuvels en dalen in de straat, zandbergen waar je heerlijk van af kon glijden. Rioleringsbuizen waar je door kon kruipen. Ik kan me het nog goed herinneren.
Ze hebben alles, ze kunnen alles, ze mogen alles. Ze komen niets te kort, de jeugd van tegenwoordig. De nieuwste gadgets, een eigen mobieltje, televisie en computer, veel speelgoed, de duurste merkkleding, vakanties, naar het pretpark, inspraak in het gezinsgebeuren, lid van allerlei verenigingen, noem maar op.
Maar hebben ze ook werkelijk alles? Zou ik kind willen zijn in deze tijd? Heb ik wat gemist in mijn eigen kindertijd?
De hedendaagse jeugd groeit niet meer op zonder volwassenen. Aldoor is er toezicht: crèche, voorschoolse opvang, naschoolse opvang, speeltuin, oppasgrootouders. En iedereen let toch maar goed op dat er niets met het kind gebeurt, want, o wee, dan heb je de poppen aan het dansen. Voordat een kind zelf kan bedenken of iets wel of niet kan, voordat een kind zelf iets wil uitproberen, is er al een volwassene in de buurt die het hun verbiedt, of op zijn minst afraadt.
Wij kwamen uit school, meldden ons thuis en gingen de straat op. We gingen ook niet bij vriendjes of vriendinnetjes naar binnen. Nee. altijd naar buiten, zonder begeleiding. Urenlang, als we maar om half zes thuis waren.
Andere tijden, andere gewoonten, maar toch kan ik weleens medelijden hebben met kinderen die in deze tijd kind zijn.