Pagina's

vrijdag 27 november 2015

WE 300 Snert

Mieke was in de keuken om de laatste hand te leggen aan het eten van vanavond. Jannie en Piet bleven eten. Gezellig zo samen, Jannie en Piet en Gerard en Mieke. Jannie was iemand vol humor. Ze kon leuke verhalen vertellen. En schrijven ging haar ook goed af. En daarom was ze vorig jaar ook een blog begonnen. Ze had al meer dan honderd volgers, maar dat hadden er heel wat meer kunnen zijn als haar teksten er verzorgder uit zouden zijn. Het krioelde er van de fouten. Hoofdletters en punten, de belangrijkste ingrediënten voor een zin ontbraken er. 't Kofschip? Nooit van gehoord. Nog eens overlezen? Niet nodig. Rode kringeltjes onder een woord? Waar zijn die voor? Moeilijke woorden schreef ze, zoals ze praatte. “Is toch veel makkelijker om te lezen!” Aaneenschrijven? Jannie had last van bindingsangst.
Mieke had weleens geprobeerd het aan te kaarten door te zeggen dat Jannie geen respect voor haar lezers had, maar dat werd weggewuifd. “Ach, ze weten heus wel wat ik bedoel.”
Zo, de soep was klaar. Haar erwtensoep, een recept van haar grootmoeder, was vermaard. “Ha, heerlijk,” zeiden de anderen, “erwtensoep van Mieke!” Gerard schepte de borden goed vol met voor ieder een groot stuk rookworst.
Toen begon men te eten. “Hè, bah, vies, bllll, jakkes”, klok het uit de monden.
“Wat is dit? Wat heb je nou gemaakt?” vroeg Jannie.
“Erwtensoep.”
“Oké, er zitten erwten in, maar waar is het varkensvlees, het spek en het zout? Dit is echt snert.”
“Ach,” zei Mieke, “het eten zelf is niet zo belangrijk, je weet toch wat ik bedoel door jullie uit te nodigen.”
“Maar dit is echt snert. je hebt niet erg je best voor ons gedaan.”
“Klopt,” zei Mieke, “net als jij met je verhaaltjes.”
Dit is de WE voor de maand november. Het woord dat niet gebruikt mocht worden is 'spellen'.
Kijk bij Plato voor meer WE-verhalen.

woensdag 6 mei 2015

Scootmobiel

Het is een hele tijd geleden dat ik voor het laatst een artikel voor mijn blog gemaakt heb. De klad is erin gekomen en het is moeilijk om de klad er dan weer uit te krijgen. Dan vraag ik me af waarover ik dan weer moet schrijven. Dankzij Plato kwam ik op het idee om over de scootmobiel en de houding van de gemeente te gaan schrijven,


"Goedemorgen, met mevrouw Huppeldepup van de gemeente."
"Goedemorgen, u spreekt met Greet de Wit. Ik wil een scootmobiel aanvragen."
"Kunt u zelf uw boodschappen doen?" "Ja, maar ..."
"Kunt u met het openbaar vervoer reizen?" "Ja, maar ..."
"Dan heeft u geen scootmobiel nodig. Als u eens een keertje een scootmobiel wilt gebruiken, dan verwijs ik u naar de scootmobielpool. Goedemorgen."

Daar sta je dan. Mevrouw Huppeldepup wil helemaal niet horen dat het erg moeilijk is die 200 meter naar Albert Heijn te lopen, dat ik dat alleen maar kan met de rollator, dat ik halverwege een keer moet rusten, en dat ik, als ik weer thuis ben, doodop ben en niets meer doen kan.
Mevrouw Huppeldepup wil helemaal niet horen hoe ik met het openbaar vervoer reis en wat mijn beperkingen daarbij zijn. Ze wil niet horen dat ik met de fiets naar de halte moet omdat het te ver lopen is, dat ik zonder de steun van de rollator met de bus mee moet en dat ik dan, als ik uit de bus stap, nog geen 50 meter kan lopen zonder rollator. Dat ik dan alleen naar het ziekenhuis kan met de bus omdat die daar voor de deur stopt. Dat ik dan wel in het ziekenhuis ben, maar dat het dan nog een pijnlijke en moeizame zaak wordt om door al die gangen te lopen.  Dat ik wel naar de stad kan met de bus, maar daar verder niets meer kan doen. Nee, dat wil ze niet horen.
Mevrouw Huppeldepup vindt dat mevrouw De Wit misschien eens in de maand een scootmobiel nodig heeft om eens naar de stad te gaan of zoiets.

Vanaf medio vorig jaar ben ik niet meer mobiel. Voor alles moet ik een ander vragen mij te rijden en omdat ik daar geen misbruik van wil maken, vraag ik het alleen als ik naar het ziekenhuis moet (en dat gebeurt gemiddeld minstens een keer in de week). Dan kan de rollator mee en dan heb ik steun daaraan. Verder kom ik de deur niet meer uit. Ja, als mijn broer een keer komt gaan we een eindje rijden.
Ik heb zelf lang gewacht met het aanvragen van een scootmobiel. Ik wilde er niet aan en dacht altijd nog dat het wel weer beter zou worden, totdat de ene specialist mij de definitieve diagnose geeft en zegt dat het niet meer beter wordt en dat een andere specialist zegt dat ik maar een scootmobiel moet aanvragen. Tja, dan moet je wel.
Ik ben 64 en mevrouw Huppeldepup vindt dat ik dan maar achter de geraniums moet gaan zitten.

Nu hebben we in onze gemeente vanaf dit jaar een scootmobielpool. Als je eens een keer een scootmobiel nodig hebt, dan kun je hem daar gratis lenen. Eerst krijg je een ochtend een cursus en als dat goed gaat mag je een scootmobiel een dag lenen, zo vaak als je hem nodig hebt. Waarbij het de bedoeling is dat je hem eens een keer een dag leent. Ik hang dus elke dag bijna aan de telefoon om te vragen of ze er een kunnen komen brengen. De mensen van de pool vinden dat dat eigenlijk niet de bedoeling is, maar stimuleren me toch om zo vaak als ik een scootmobiel nodig heb, te bellen, dan ziet de gemeente ook dat ik wel degelijk een eigen scootmobiel nodig heb.

Tot nu toe heb ik twee keer een 'nee' op mijn verzoek gekregen, omdat er geen vrij was. Maar als de gemeente iedereen maar naar de pool stuurt, zal het over een paar maanden zo maar kunnen gebeuren dat ik vaker 'nee' dan 'ja' te horen krijg.
Ik heb mezelf daarom twee maanden de tijd gegeven om met de pool mee te doen. Daarna zal ik weer een verzoek indienen en kan ik aantonen dat ik een scootmobiel vrijwel dagelijks nodig heb.

En wat een vrijheid weer, als je weer zelf kunt gaan en staan waar en wanneer je wilt. Ik kan weer naar de stad, ik kan mijn hoogbejaarde tante (93) weer bezoeken, ik kan weer naar het bos gaan en de bomen weer groen zien worden. Ik kan weer, nou ja, noem maar op. Ik ben bijna weer net zo vrij als toen ik nog fietste. Bijna, want ik moet toch eerst wel het een en ander regelen voordat ik de scootmobiel heb.

Hieronder wat foto's die ik vandaag in het bos genomen heb. Wat is de natuur toch mooi in deze tijd van het jaar, al dat prille groen en wat ben ik gelukkig dat ik dit weer met mijn eigen ogen kan aanschouwen!

Over scootmobielaso's wil ik een volgende keer schrijven.








zaterdag 21 maart 2015

Zwijmelen op zaterdag (3.10)

Meer zwijmelen bij Marja.

Op zoek naar Suzanne van Herman van Veen kwam ik dit liedje tegen. Ik vond het eigenlijk wel een lekker nummer. Ik vroeg me af wat het was. Het is geen Russisch, geen Turks, geen Arabisch. Na wat googelen ontdekte ik dat het een liedje van een zangeres uit Macedonië blijkt te zijn.

Ik heb nog steeds geen flauw idee waar het over gaat.





Prettig weekeinde.


woensdag 11 maart 2015

Iets minder moedeloos

Op mijn artikel Moedeloos kreeg ik een aantal reacties die me deden besluiten een vervolg te schrijven en iets meer te vertellen.

Eind januari lag ik klaar in het ziekenhuis in Nieuwegein, zo'n honderd kilometer van mijn woonplaats, om gedotterd te worden. Daar kreeg ik te horen dat ik een forse bloedarmoede had met ijzertekort. Ik kon onverrichter zake weer terug naar het ziekenhuis in mijn woonplaats, omdat men het niet aandurfde mij in dit stadium te dotteren.

's Morgens mocht ik nog met eigen vervoer naar Nieuwegein, maar terug moest ik met de ambulance, hoewel er niets gebeurd was. Verzekeringstechnisch schijn je niet zelf van het ene ziekenhuis naar het andere ziekenhuis te mogen.

In mijn eigen ziekenhuis kreeg ik onmiddellijk twee zakken bloed toegediend. Ik vroeg waarom want ik had het gevoel dat mij niets mankeerde. (Ik ben eigenlijk het tegenovergestelde van een hypochonder.) "U zult wel merken waarom als het bloed in uw lichaam zit." Nou en of ik het gemerkt heb. Mens, wat voelde ik me onmiddellijk stukken opgeknapt. Ik ben nog steeds die man of vrouw dankbaar die zijn of haar bloed heeft afgestaan om mij beter te maken. Zulke mensen zijn goud waard.

Die bloedtransfusie is maar een tijdelijke oplossing, er moest wel gezocht worden naar de oorzaak. Men dacht aan een inwendige bloeding ergens tussen slokdarm en anus. Ik werd dus doorgestuurd naar de maag-, darm- en leverarts. "We willen een gastroscopie en een coloscopie bij u doen, daarbij onderzoeken we de slokdarm, de maag, de twaalfvingerige darm en de dikke darm."

Maar een afspraak daarvoor is niet zo gemakkelijk gemaakt. Vijf weken wachttijd!

Twee weken geleden las ik op NOS nieuws het bericht dat darmpatiënten langer moeten wachten vanwege het bevolkingsonderzoek op darmkanker dat vorig jaar begonnen is. Er blijken niet genoeg MDL-artsen te zijn om het extra werk dat het onderzoek met zich meebrengt, te kunnen uitvoeren. Daarom moeten patiënten die 'echt klachten' hebben langer dan normaal op een kijkonderzoek wachten. Vooraf is het aantal artsen om de patiënten te kunnen onderzoeken verkeerd ingeschat. De komende jaren worden daarom meer artsen opgeleid.
Ik ben een groot voorstander van dit soort bevolkingsonderzoeken. Frederique schreef gisteren nog over zo'n onderzoek. Hoe eerder je (darm)kanker kunt opsporen, hoe beter de genezingskansen zijn. En ook kun je uitsluiten dat jij de ziekte hebt. Het blijkt dat er in de eerste helft van 2014 763 mensen zijn opgespoord die deze ziekte hebben. Het onderzoek is dus bepaald niet nutteloos. Mooi. Maar denk ook aan de consequenties.

Maar, als dat dan betekent dat ik, vijf weken moet wachten alvorens ik een coloscopie kan ondergaan, ben ik er, heel egoïstisch, niet zo blij mee. Vijf weken wachten voordat je te horen krijgt of je wel of geen darmkanker hebt. Ook ziekenhuizen in de omgeving hanteren wachtlijsten van vijf weken of langer.

En dan kreeg ik te horen dat ik nog geluk had. Hartpatiënten krijgen geen roesje zoals anderen maar een lichte narcose. Daar is een anesthesioloog bij aanwezig. Voor deze patiënten houden ze ruimte vrij en omdat het de laatste tijd niet zo druk was met hartpatiënten kon ik al na 3 1/2 week terecht. Al???

Afgelopen maandag was het onderzoek. Niets gevonden, op een poliepje in de dikke darm na. Het lijkt mooi dat ze niets gevonden hebben, maar hadden ze maar wel iets tamelijk onschuldigs gevonden, bijv. een maagzweer. Nu moet ik weer nare onderzoeken ondergaan en wat staat me daarbij te wachten. Weer gaat er tijd overheen. En de oorzaak van de bloedarmoede moet opgespoord worden, want na de bloedtransfusie was mijn bloedarmoede weer toegenomen. Bovendien kan ik dan nog steeds niet gedotterd worden. En dan moet er daarna ook nog een behandeling aan mijn been gebeuren.

Ik ben niet meer zo moedeloos als ik eerder was, maar dat het me nu erg goed gaat is wel wat te veel gezegd. Toch heb ik me voorgenomen om meer te gaan bloggen en bij jullie te gaan lezen.

woensdag 4 februari 2015

Moedeloos

Zo voel ik me de laatste week soms. Houdt het dan nooit op? Ik ben niet iemand die zich afvraagt: "Waarom ik? Waarom overkomt mij dit?" Of die gauw het bijltje erbij neerlegt. Maar soms kan het een mens weleens te veel worden. Vandaar dat ik zaterdag niet gezwijmeld heb of me de afgelopen week anderszins op het blog en in blogland vertoond heb. Ik was er niet voor in de stemming.

Ik had besloten me te laten behandelen aan iets wat specialist nr. 1 vorig jaar 'vergeten' was. Donderdag om tien uur zou het zover zijn. Om kwart voor tien lag ik netjes in mijn bed te wachten toen er een broeder binnenkwam. "Ik ga u al het infuus aanleggen en dan kan ik ook nog wat bloed aftappen omdat het niet helemaal goed was en we nu zeker willen zijn dat het wel goed is."
Om tien uur komt specialist nr. 1: "De behandeling vandaag gaat niet door. Uw bloed is niet goed en dan is het te riskant." Ofschoon ik dus niet behandeld ben, moet ik dus twee dagen langer in het ziekenhuis blijven dan de bedoeling was omdat er allerlei onderzoeken gedaan moesten worden en ik werd voor het nieuwe probleem doorgestuurd naar specialist nr. 3. Pas als hij de oorzaak van het bloedprobleem gevonden heeft en behandeld, kan ik door specialist nr. 1 behandeld worden.

Dinsdag was ik bij specialist nr. 2 waar ik al een jaar bij loop. Bij een vorige behandeling van specialist nr. 2 had ze iets gevonden wat niet in de haak was. Dat iets was ontstaan bij een vorige behandeling door specialist nr. 1. "We gaan nog een onderzoek doen om te kijken of we u kunnen opereren maar ondertussen stuur ik u ook door naar specialist nr. 4."

En daar word ik zo moedeloos van. Laat ik me behandelen, vinden ze weer iets nieuws, een of andere enge aandoening waardoor ik steeds meer beperkt word. Of er gaat iets niet goed waardoor ik weer opnieuw behandeld moet worden.

Ik loop nu bij 4 specialisten. Ik heb er een dagtaak aan. Vorige week van donderdag tot en met zaterdagavond in het ziekenhuis gelegen. Maandag naar het ziekenhuis voor onderzoek, dinsdag naar het ziekenhuis voor een afspraak met specialist nr. 2, vandaag weer naar het ziekenhuis voor onderzoek en ga zo maar door.
Ik heb nu al ruimschoots mijn eigen bijdrage voor 2015 opgemaakt.

zaterdag 24 januari 2015

Zwijmelen op Zaterdag (3.09)

Zaterdag, zwijmeldag bij Marja.


Het is gelukkig niet de stemming waarin ik momenteel verkeer
Ik plaats het alleen omdat ik het een prachtig lied vind. Di-rect: All in vain.


Als toetje nog wat heerlijke hardrock: My generation, een cover van The Who.



Prettig weekeinde.

It's human heart that hurt me.
Now it seems all the laughter is gone.
I remember the days going out having fun now, we given up, makes me in the evening song.
I remember this song in vain.
Summer nights, drawn by the fire, all the embers where smoldering still, now I'm lost in the cold.

Wasted all I got, taste the sour from my eyes.
My face is rolling salts, starving candles dying light.
Somebody take me home.

In a pride, that prospered, still I fear the rain coming down. I remember the nights holding hands in the park,
in our innocents, stirring up the passion that sparked,
I remember the golden days.
We be drinking wine, downing it fast, it is almost time,
almost time to let go.

Gave it all I got. I'm in pieces, torn apart.
How I know it is all my fault.

Starving candles, dying light.
Can somebody take me home.

maandag 19 januari 2015

De dikke dominee

Ta ra die boemdiee
Die dikke dominee
Die had zijn gat verbrand
Al aan de kachelrand.

Dit liedje zongen wij als kinderen in de jaren vijftig. Misschien werd het ervoor en erna ook nog wel gezongen maar dat is mij niet bekend; dat hoor ik wel van u. Het was eigenlijk een ondeugend liedje: je spotte met een dominee, hij was dik en dom en je zong over zijn achterwerk. Toentertijd werd daar niet over gesproken.

Ik heb geen flauw idee waar het liedje vandaan komt. Daarom heb ik maar even wat gegoogeld. Ik kwam hier een liedje tegen uit 1894:

Tarara boemdiee
De blikken dominee
Die schoot met kruit en lood
Zijn arme naaister dood

Nu zit hij in de kast
Al aan een ketting vast
De jongens roepen luid:
Die komt er nooit meer uit.
 
 
Het is een straatliedje gemaakt naar aanleiding van de moord in 1894 door een dominee op een naaistertje. Hier leest u er meer over. Ewoud Sanders heeft over dit liedje een boek geschreven en
Simon Vuyk schreef er een thriller over: De blikken dominee.
 
 
Het is van oorsprong een Amerikaans volksliedje uit 1891. Tekst en muziek is van Henry J. Sayers. Het werd in 1892 opgenomen door Len Spencer. De uitvoering hieronder in uit 1943 door Mary Martin. Op de Engelstalige Wikipedia leest u er meer over. Ook verschillende teksten zijn er te vinden.
 
 
In 1957 brachten De Feestneuzen een Nederlandstalige versie uit.
 
 

zondag 18 januari 2015

Zing Zo (26)

 Meer  Zing Zo bij Melody.




Een lieve poes in 't stadje Parlier
 
Is toch zo'n gezellig knuffeldier.
 
Lekker in 't zonnetje,
 
Dat honneponnetje,
 
Haar buikje warm, binnen het kwartier.

Bron foto: http://www.boredpanda.com/every-week-i-photograph-cats-at-the-largest-no-kill-cat-sanctuary-in-california-700-cats/

zaterdag 17 januari 2015

Zwijmelen op Zaterdag (3.08)

Zaterdag, zwijmeldag bij Marja.

Afgelopen dinsdag zond de NPO in de serie Andere Tijden een documentaire uit over de gouden jaren van Heintje. (Hier nog terug te zien.) Destijds een zeer populair kindsterretje, dat het als volwassene nooit echt gemaakt heeft. Populair was hij over de hele wereld maar met name in Duitsland. Daar mocht hij wel optreden, in Nederland verbood de Arbeidsinspectie het.

Triest om te zien hoe die man, die toch ook al tegen de zestig loopt, nog succes probeert te krijgen. Ik vind het altijd zielig om te zien hoe eertijds zeer populaire artiesten op hun oude successen proberen te teren bij jongere mensen die hen helemaal niet kennen. Zie ook Peter Jan Rens.

Ruim twee jaar geleden heb ik al eens een nummer van Heintje geplaatst: Mama. Vandaag weer een heerlijk meegalmnummer van Heintje. In het filmpje vind ik het jasje van het meisje zo leuk. Is het een echte houtjes-touwtjesjas?


Prettig weekeinde.

donderdag 15 januari 2015

WE-300 Zintuigen

Vijf hebben we ervan. Zintuigen. Prachtige organen die als ze goed werken ons fantastische diensten leveren. Helaas werken ze niet altijd bij iedereen even goed. Op zijn tijd moeten we allemaal wel aan een leesbrilletje. Niet ernstig, wel lastig. Soms is het wel ernstig en is iemand blind. Soms kan iemand niet ruiken. Hij heeft wel een neus maar die doet zijn werk niet. Niet ernstig maar wel veel ingrijpender dan je zo op het eerste gezicht denkt.

Bij mij werken mijn zintuigen goed. Ik ben wel bijziend en heb dus een verrekijker nodig. Alleen in de hersenen gaat er iets verkeerd. Als autist ben ik geboren met een ontwikkelingsstoornis in de hersenen. De verwerking van wat de zintuigen opmerken gaat niet soepel. Neem bijvoorbeeld het gehoor. Ik hoor prima. Bij een niet-autist gaat de verwerking van hetgeen men gehoord heeft perfect. In de hersenen zit een soort filtertje dat belangrijke geluiden van onbelangrijke geluiden onderscheidt. 'O, dat is de klok, onbelangrijk, hoef ik geen aandacht aan te besteden.' Bij mij is dat filtertje niet aanwezig en ik registreer alle geluiden, en allemaal even hard. Nog een belangrijk verschil met een niet-autist is dat autisten geluid ongeveer zeven keer zo hard horen als een niet-autist. Het rustige geluid van een slapend mens (dus niet snurkend) is voor mij lawaai.

Nou hoef je niet per se een autist te zijn om van bovengenoemde last te hebben. Ook niet-autisten kunnen er last van hebben maar bij autisten komt hyperacusis (bijna) standaard voor.

Geluiden kunnen dus veel overlast (prikkeling) geven. Ik word er resp. verward, angstig en paniekerig van en blijft het maar voortduren en kan ik het niet ontwijken dan kan ik heel agressief worden.

Zo werkt het ook met andere zintuigen. Maar ogen bijvoorbeeld kun je gelukkig dichtdoen oren daarentegen niet.

Dit is de WE voor de maand januari. Het woord dat niet gebruikt mocht worden is 'waarnemen'.
Kijk bij Plato voor meer WE-verhalen.