Scharrelkinderen zijn kinderen die buiten mogen spelen en rondlopen,
zonder dat er volwassenen bij zijn. De meeste kinderen van tegenwoordig gaan
nooit alleen het huis uit. Ze worden bijna constant door volwassenen begeleid,
nemen deel aan georganiseerde activiteiten en hebben nauwelijks de mogelijkheid
om zelf op exploratie te gaan. Scharrelkind is gevormd naar analogie
van het woord scharrelkip. In het Engels is free-range kid
gebruikelijk, naar analogie van free-range hen.
Bron: http://taaltelefoon.vlaanderen.be/nlapps/docs/default.asp?id=1340
Beatrijs Rijtsema schreef hier over scharrelkinderen. Ik had nog nooit van de term gehoord, hoewel ik wel een scharrelkind was.
Het zette mij aan het nadenken over hoe ik zelf in de jaren vijftig kind was.
Ik woonde aan een rustige, smalle, onverharde weg. Er kwam nauwelijks verkeer door de straat. Een enkele fietser en een paar keer per dag een auto, meestal leveranciers. De melkboer kwam nog met paard-en-wagen langs. Voor de weg liep een spoorlijn. Daar kwam vier keer per dag een stoomtrein over. Daarvoor was een veld van een meter of twintig breed langs de hele weg en daarvoor was onze weg een straat. Dat stuk weg was verhard en daar kwam wel iets meer verkeer door.
Ik speelde altijd op straat, zomer en winter. Er was altijd wel een buurkind op straat te vinden. En anders speelde ik wel met een broertje of alleen.
Op het grote veld aan de andere kant van de spoorlijn speelden we vaak. Daar was namelijk een grote opslag van boomstammen. Op die boomstammen heb ik heel wat afgespeeld. Tegenwoordig moeten de kinderen naar een buurtspeeltuin om te spelen, maar wij hadden onze eigen speeltuin voor het huis. Alleen was moeder wel kwaad als er weer hars van de boomstammen aan onze kleren zat. We moesten daarom altijd oude kleren aan.
Toen ik een jaar of tien was, werd er in een zijstraat riolering aangelegd. Wat was dat een mooie speelplaats. Grote heuvels en dalen in de straat, zandbergen waar je heerlijk van af kon glijden. Rioleringsbuizen waar je door kon kruipen. Ik kan me het nog goed herinneren.
Ze hebben alles, ze kunnen alles, ze mogen alles. Ze komen niets te kort, de jeugd van tegenwoordig. De nieuwste gadgets, een eigen mobieltje, televisie en computer, veel speelgoed, de duurste merkkleding, vakanties, naar het pretpark, inspraak in het gezinsgebeuren, lid van allerlei verenigingen, noem maar op.
Maar hebben ze ook werkelijk alles? Zou ik kind willen zijn in deze tijd? Heb ik wat gemist in mijn eigen kindertijd?
De hedendaagse jeugd groeit niet meer op zonder volwassenen. Aldoor is er toezicht: crèche, voorschoolse opvang, naschoolse opvang, speeltuin, oppasgrootouders. En iedereen let toch maar goed op dat er niets met het kind gebeurt, want, o wee, dan heb je de poppen aan het dansen. Voordat een kind zelf kan bedenken of iets wel of niet kan, voordat een kind zelf iets wil uitproberen, is er al een volwassene in de buurt die het hun verbiedt, of op zijn minst afraadt.
Wij kwamen uit school, meldden ons thuis en gingen de straat op. We gingen ook niet bij vriendjes of vriendinnetjes naar binnen. Nee. altijd naar buiten, zonder begeleiding. Urenlang, als we maar om half zes thuis waren.
Andere tijden, andere gewoonten, maar toch kan ik weleens medelijden hebben met kinderen die in deze tijd kind zijn.
Ik benijd ze ook niet.
BeantwoordenVerwijderenMijn jeugd was niet echt geweldig op veel manieren .Maar wel wat betreft het buiten spelen ,met al de buurtkinderen de bossen in ,of zwemmen in die niet zo schone poel .De vrijheid en de onbevangenheid die er toen nog kon zijn .Ja daar heb ik wel heel mooie herinneringen aan .Jammer dat de kinderen van nu dat niet eens meer kunnen hebben !!
BeantwoordenVerwijderenElisabeth
Hier zijn nog wel enkele kinderen in de buurt die nog spelen op straat of hier achter in het park.Toch het verstoppertje spelen ,hinkelen of knikkeren doen ze niet meer. Ze spelen soldaatje met stokken als geweren. De meisjes met fietsen te manuvreren. Jammer.
BeantwoordenVerwijderenGroetjes, Ria
Tijden zijn idd wel anders, maar niet perse slechter hoor :-)
BeantwoordenVerwijderenHier spelen ze gelukkig nog regelmatig buiten. Zelfs oudste. Maar er wordt inderdaad ook elke dag wel op de computer gespeeld. Ik denk dat iedereen wel tevreden zal zijn met zijn/haar eigen jeugd. Waar ik de jeugd van tegenwoordig niets om benijd is het feit dat ze alles meteen weten via (social) media. Er is ze geen rust gegund.
BeantwoordenVerwijdereniedere tijd heeft zo zn voor- en nadelen denk ik. Het buiten spelen met al die pedofielen op iedere hoek van de straat maakt het er nou ook niet gezelliger op toch ? Binnen spelen bij anderen was voor mij ook een zeldzaam gebeuren.. bijna een belevenis haha :-)
BeantwoordenVerwijderenDie pedofielen waren er vroeger ook, alleen werden ze kinderlokkers genoemd. Ik ben ontzettend gewaarschuwd voor kinderlokkers. Je mocht geen snoep aannemen van vreemde mannen en ook niet bij iemand in de auto stappen. Er werd alleen niet bij verteld wat zo'n kinderlokker dan wel deed. Was best wel spannend.
VerwijderenBij ons noemden ze die kinderen altijd sleutelkinderen. Omdat beide ouders werkten. Gelukkig was mijn moeder altijd thuis. Ik snap nu pas wat een zegen dat was.
BeantwoordenVerwijderenVoor mijn gevoel zijn sleutelkinderen kinderen die van ellende op straat zwierven (zwerven). Ze konden wel in huis (sleutel) maar daar was verder niemand. In mijn jeugd, in de jaren vijftig, was mijn moeder ook altijd thuis. We moesten ons uit school eerst altijd thuis melden en kregen een kopie thee (met melk). Maar daarna waren we ras weer de straat op om te spelen. We hadden geen sleutel nodig. 1. Moeder was thuis en 2. als moeder even wegging, ging de deur niet op slot.
Verwijderen