Ik las dit artikel over autisme bij oudere volwassenen en dat het een onbekend probleem is. Dit is ook mijn ervaring.
Ik heb in mijn leven heel wat te maken gehad met psychiaters en psychologen in verband met depressies. Niemand die eraan dacht dat het wel eens iets anders zou kunnen zijn. Een jaar of vijf geleden ben ik behandeld vanwege BED: binge eating disorder. Het was in een groep en de twee begeleidende psychologen vonden mij maar lastig. Ik vroeg veel te veel, naar hun mening. We kregen teksten met uitleg mee. Maar soms was dat voor mij te abstract en vroeg ik om nadere uitleg. Dat was te veel gevraagd. Ik kreeg als antwoord: "Het staat er toch!"en ze lazen de tekst nog een keer, zonder verdere uitleg. Geen van de psychologen kwam op het idee dat er wel eens wat meer aan de hand kon zijn. Ze waren zo bezig met hun eigen ding: behandelen van een eetstoornis, dat ze niet verder nadachten.
Een kennis van mij heeft drie kinderen die elk een of andere vorm van autisme hebben, normaal tot hoogbegaafd. Toen heeft men haar man ook getest op autisme en hij kreeg de diagnose syndroom van Asperger. Ze kon mij niet duidelijke uitleggen wat het nu precies was. Dit was een jaar of drie geleden.
Ik ben toen maar eens gaan googelen en ik was heel erg verbaasd. Ik las mijn eigen verhaal. Ik vond het maar onzin. Ik was toch geen autist! Nee, dat kon niet. Als ik een autist zou zijn, zou men dat toch al veel eerder geconstateerd moeten hebben! Ik hield mezelf voor dat ik wel overeenkomsten had, maar niet 100%, dus was ik geen autist. Ik wilde toch geen autist zijn!
Echter, naarmate ik meer en meer las en testen deed kwam ik steeds meer tot de overtuiging dat ik wel Asperger moest hebben. Ik heb het een week of twee laten bezinken en ben toen maar eens naar de huisarts gestapt. Hij keek vreemd op. Jij?! Autist?! Maar na doorvragen raakte hij er ook steeds meer van overtuigd dat het wel eens waar zou kunnen zijn. Hij stuurde me door naar de GGZ en daar werd ik getest. Na een half jaar kreeg ik de diagnose Syndroom van Asperger.
Het was dus toch waar. Het stond zwart op wit: autist!
Mijn hele wereld stortte in. Ik bleek niet te zijn wie ik was. Ik had, onbewust, in mijn leven geleerd om me te gedragen zoals maatschappelijk wenselijk was, om me staande te houden. Maar dat was niet mijn werkelijke ik. Ik moest op mijn zestigste nog gaan uitvinden wie ik dan wel was. Mijn dromen kon ik wel vergeten. Ik was geen neurotypical (niet-autist), dus ik zou mij nooit kunnen gedragen als een neurotypical.
Maar wat ik aldoor niet begrepen had, en nog steeds niet begrijp, is dat niemand van die psychiaters en psychologen ooit op de gedacht gekomen is, dat er met die lastige Greet wel eens iets meer aan de hand kon zijn. Onbegrijpelijk! Alsof autisme iets is dat alleen bij kinderen voorkomt, of bij jongvolwassenen. Oudere volwassenen kunnen toch geen autist zijn!
maandag 27 augustus 2012
dinsdag 21 augustus 2012
De kijkkast
Eerst was er het wonder: de televisie deed zijn intrede in mijn ouderlijk huis. Wij werden ook opgestuwd in de vaart der volkeren. Maar al snel was het een gewoonte geworden. Het nieuwe ging er af.
In 1966 of 1967 kwam er voor het eerst een soap op de Nederlandse tv: Peyton Place. Dat was wat, dat moest je gezien hebben!
Ik ging dus ook als een mak schaap zitten kijken. Ik heb er een stuk of dertig afleveringen van gezien en toen vond ik het welletjes. Ik was verplicht elke keer op die tijd voor de buis te gaan zitten omdat dan weer mijn serie kwam. Ik ben dus gestopt met volgen en heb me voorgenomen nooit van mijn leven ook maar één soap te gaan bekijken. Dat heb ik tot nu toe volgehouden. Ik ben, denk ik, een van de weinigen in Nederland die nog nooit één aflevering gezien heeft van Goede tijden, slechte tijden.
Ik ging zelfstandig wonen en er moest een tv komen. Ik had al niet zo veel belangstelling meer en het werd een klein draagbaar tv'tje. Groot genoeg om tv-programma's te zien die de moeite van het bekijken waard waren. De daarop volgende tv's waren meer van het normale formaat, maar wel zwart-wit, totdat er geen zwart-wit-tv's meer te koop waren. Ik moest wel een kleuren-tv kopen,
Begin 2010 had ik al een tijdje geen tv meer gekeken maar nu wilde ik een bepaald programma zien. Ik zette de tv aan, maar hij deed niets. Wat bleek nu? De tv was niet aangesloten. Ik had sinds de vakantie in augustus 2009 geen tv meer gekeken! Af en toe keek ik wel eens op Uitzendinggemist, maar de tv stond er maar werkeloos stof te vangen. Een goede reden om de tv de deur uit te doen en het kabelabonnement op te zeggen.
Iedereen verklaarde me voor gek: daar ga je spijt van krijgen. Nou nee, mooi niet. Als ik iets wil zien, bekijk ik het op de computer, op een schermpje van 20 bij 12 cm. Nu er geen groot zwart monster meer in mijn huiskamer aanwezig is, kan ik de meubels neerzetten zoals ik dat wil en niet meer gericht naar een bepaald punt. Het tv-toestel bepaalt niet meer op welke dag en hoe laat ik voor het kastje moet gaan zitten.
Het bevalt me nu, na ruim 2 jaar, nog uitstekend.
Ik kwam op het schrijven van dit artikel door een artikel op het blog van Eva. Ook Jan Jaap had er eerder over geschreven. Van hem vernam ik dat het hem na 2 jaar ook nog steeds bevalt.
Lang leve de vrijheid van het tv'loze tijdperk!
In 1966 of 1967 kwam er voor het eerst een soap op de Nederlandse tv: Peyton Place. Dat was wat, dat moest je gezien hebben!
Ik ging dus ook als een mak schaap zitten kijken. Ik heb er een stuk of dertig afleveringen van gezien en toen vond ik het welletjes. Ik was verplicht elke keer op die tijd voor de buis te gaan zitten omdat dan weer mijn serie kwam. Ik ben dus gestopt met volgen en heb me voorgenomen nooit van mijn leven ook maar één soap te gaan bekijken. Dat heb ik tot nu toe volgehouden. Ik ben, denk ik, een van de weinigen in Nederland die nog nooit één aflevering gezien heeft van Goede tijden, slechte tijden.
Ik ging zelfstandig wonen en er moest een tv komen. Ik had al niet zo veel belangstelling meer en het werd een klein draagbaar tv'tje. Groot genoeg om tv-programma's te zien die de moeite van het bekijken waard waren. De daarop volgende tv's waren meer van het normale formaat, maar wel zwart-wit, totdat er geen zwart-wit-tv's meer te koop waren. Ik moest wel een kleuren-tv kopen,
Begin 2010 had ik al een tijdje geen tv meer gekeken maar nu wilde ik een bepaald programma zien. Ik zette de tv aan, maar hij deed niets. Wat bleek nu? De tv was niet aangesloten. Ik had sinds de vakantie in augustus 2009 geen tv meer gekeken! Af en toe keek ik wel eens op Uitzendinggemist, maar de tv stond er maar werkeloos stof te vangen. Een goede reden om de tv de deur uit te doen en het kabelabonnement op te zeggen.
Iedereen verklaarde me voor gek: daar ga je spijt van krijgen. Nou nee, mooi niet. Als ik iets wil zien, bekijk ik het op de computer, op een schermpje van 20 bij 12 cm. Nu er geen groot zwart monster meer in mijn huiskamer aanwezig is, kan ik de meubels neerzetten zoals ik dat wil en niet meer gericht naar een bepaald punt. Het tv-toestel bepaalt niet meer op welke dag en hoe laat ik voor het kastje moet gaan zitten.
Het bevalt me nu, na ruim 2 jaar, nog uitstekend.
Ik kwam op het schrijven van dit artikel door een artikel op het blog van Eva. Ook Jan Jaap had er eerder over geschreven. Van hem vernam ik dat het hem na 2 jaar ook nog steeds bevalt.
Lang leve de vrijheid van het tv'loze tijdperk!
zondag 19 augustus 2012
De kijkbuis
In 1965 kwam de televisie ons leven binnen. Mijn moeder was ernstig ziek en zo had ze nog enige afleiding. Er werd weliswaar alleen maar 's avonds uitgezonden en op woensdag en zaterdag ook 's middags voor de kinderen, maar dat was al heel wat. En dat alles op één net, in zwart-wit.
We waren al wel bekend met televisie. Bevriende buren iets verderop kregen een paar jaar eerder zo maar een televisieapparaat. Ze werden het zoveel duizendste lid van de KRO en men kwam persoonlijk bij hen een televisie brengen. Dat was een hele gebeurtenis. En wij mochten bij hen de kinderprogramma's bekijken. Het leukste was als tante Hannie naar ons zwaaide. Wij zwaaiden dan vrolijk terug.
Daarvoor mochten we op zaterdagmiddag kijken bij een mevrouw in de buurt die we kenden van de kerk. Het was daar een drukte van belang. We moesten de schoenen uitdoen als we binnenkwamen en soms stonden er wel 20 paar kinderschoenen bij de buitendeur, alleen al van ons gezin 7 paar.
Daarvoor en ook in die zelfde tijd kenden we televisie van de etalages van televisiewinkels. Daar kon je dan de beelden volgen, al was er geen geluid bij. Maar daar kon ik lang bij blijven staan, het fascineerde me enorm. Ik was echt niet de enige die daar stond. En er stonden niet alleen kinderen.
Er waren natuurlijk ook wel mensen die al televisie hadden. Je kon daar dan 's avonds voor het raam gaan staan tv kijken. De gordijnen werden toentertijd immers nog niet gesloten. Op één adres, in de B.-weg stond het huis nog geen meter van het trottoir en vlak bij het raam stond de televisie. Ik kon daar dan goed kijken. Als ik links van het raam ging staan konden de bewoners ook niet zien dat ik stond mee te kijken.
We kregen dus televisie in huis. Ik meende dat de uitzendingen om 19.00 uur begonnen. Dus tegen die tijd zaten we met z'n negenen in een halve kring voor de televisie. De kleinsten op de grond en de oudsten op een stoel. Alle lampen uit, want het moest donker zijn. Dan liep mijn vader naar het toestel, drukte een knopje in en na een poosje, als de buizen warm waren, kreeg je beeld. Het wonder kon beginnen. Ik weet nog de programma's van de eerste avond: een muziekprogramma met Juliette Greco en de serie The Fugitive.
Maar het was eigenlijk niet belangrijk wat erop kwam, je keek gewoon naar alles. Alleen op donderdagavond was er niets aan op tv, op die dag werden er opgenomen toneelstukken vertoond. Voor mij werkte dat van geen kant; toneel moet je in de schouwburg bekijken en niet op tv,
Met alleen een televisietoestel was je er nog niet. Er moest ook een antenne op het dak komen, anders had je geen ontvangst. In de loop der jaren verschenen er meer en meer antennes op het dak, totdat er een heel woud van antennes de lucht instak. Sommige mensen wilden wel aan de buurt laten zien dat ze zich ook tv konden veroorloven. Dus plaatsten ze een antenne op het dak. Of ze nu wel of geen tv hadden, maakte niet uit.
We konden natuurlijk niet alle programma's bekijken want de kinderen moesten op tijd naar bed. We hadden al wel de KRO-gids en daarin kon ik dus zien wat ik niet kon kijken. Elke avond was er een programma dat ik nog nooit gezien had. Het was het laatste programma dat vermeld stond. En eindelijk kwam dan de avond waarop ik zo lang gehoopt had. Ik mocht de hele avond tv kijken en dus kon ik ook het laatste programma zien: Sluiting. Wat een afgang, het was geen programma, het betekende alleen dat de uitzendingen afgelopen waren en er geen beeld meer was.
Dan drukte mijn vader weer op de knop om de tv uit te zetten. Het was echter nog niet afgelopen. Nog geruime tijd brandde er een klein lichtje in het midden van het beeld. Langzaam ging het lichtje uit, als de buizen kouder werden. Dat vond ik nou leuk, zo'n klein lichtje dat nog lang bleef nagloeien terwijl het apparaat al uit stond.
We waren al wel bekend met televisie. Bevriende buren iets verderop kregen een paar jaar eerder zo maar een televisieapparaat. Ze werden het zoveel duizendste lid van de KRO en men kwam persoonlijk bij hen een televisie brengen. Dat was een hele gebeurtenis. En wij mochten bij hen de kinderprogramma's bekijken. Het leukste was als tante Hannie naar ons zwaaide. Wij zwaaiden dan vrolijk terug.
Daarvoor mochten we op zaterdagmiddag kijken bij een mevrouw in de buurt die we kenden van de kerk. Het was daar een drukte van belang. We moesten de schoenen uitdoen als we binnenkwamen en soms stonden er wel 20 paar kinderschoenen bij de buitendeur, alleen al van ons gezin 7 paar.
Daarvoor en ook in die zelfde tijd kenden we televisie van de etalages van televisiewinkels. Daar kon je dan de beelden volgen, al was er geen geluid bij. Maar daar kon ik lang bij blijven staan, het fascineerde me enorm. Ik was echt niet de enige die daar stond. En er stonden niet alleen kinderen.
Er waren natuurlijk ook wel mensen die al televisie hadden. Je kon daar dan 's avonds voor het raam gaan staan tv kijken. De gordijnen werden toentertijd immers nog niet gesloten. Op één adres, in de B.-weg stond het huis nog geen meter van het trottoir en vlak bij het raam stond de televisie. Ik kon daar dan goed kijken. Als ik links van het raam ging staan konden de bewoners ook niet zien dat ik stond mee te kijken.
We kregen dus televisie in huis. Ik meende dat de uitzendingen om 19.00 uur begonnen. Dus tegen die tijd zaten we met z'n negenen in een halve kring voor de televisie. De kleinsten op de grond en de oudsten op een stoel. Alle lampen uit, want het moest donker zijn. Dan liep mijn vader naar het toestel, drukte een knopje in en na een poosje, als de buizen warm waren, kreeg je beeld. Het wonder kon beginnen. Ik weet nog de programma's van de eerste avond: een muziekprogramma met Juliette Greco en de serie The Fugitive.
Maar het was eigenlijk niet belangrijk wat erop kwam, je keek gewoon naar alles. Alleen op donderdagavond was er niets aan op tv, op die dag werden er opgenomen toneelstukken vertoond. Voor mij werkte dat van geen kant; toneel moet je in de schouwburg bekijken en niet op tv,
Met alleen een televisietoestel was je er nog niet. Er moest ook een antenne op het dak komen, anders had je geen ontvangst. In de loop der jaren verschenen er meer en meer antennes op het dak, totdat er een heel woud van antennes de lucht instak. Sommige mensen wilden wel aan de buurt laten zien dat ze zich ook tv konden veroorloven. Dus plaatsten ze een antenne op het dak. Of ze nu wel of geen tv hadden, maakte niet uit.
We konden natuurlijk niet alle programma's bekijken want de kinderen moesten op tijd naar bed. We hadden al wel de KRO-gids en daarin kon ik dus zien wat ik niet kon kijken. Elke avond was er een programma dat ik nog nooit gezien had. Het was het laatste programma dat vermeld stond. En eindelijk kwam dan de avond waarop ik zo lang gehoopt had. Ik mocht de hele avond tv kijken en dus kon ik ook het laatste programma zien: Sluiting. Wat een afgang, het was geen programma, het betekende alleen dat de uitzendingen afgelopen waren en er geen beeld meer was.
Dan drukte mijn vader weer op de knop om de tv uit te zetten. Het was echter nog niet afgelopen. Nog geruime tijd brandde er een klein lichtje in het midden van het beeld. Langzaam ging het lichtje uit, als de buizen kouder werden. Dat vond ik nou leuk, zo'n klein lichtje dat nog lang bleef nagloeien terwijl het apparaat al uit stond.
maandag 13 augustus 2012
Amateur-genealoog, of wat daarvoor doorgaat.
Ik doe aan stamboomonderzoek en men noemt mij amateur-genealoog. klik. Een beetje groot woord voor wat ik doe vanachter mijn computer.
Een jaar of dertig geleden heeft mijn tante opdracht gegeven aan een bureau haar stamboom te onderzoeken. Iemand van zo'n bureau moest dan het hele land door om allerlei archieven te bezoeken. Met moeite kreeg men dan vijf of zes generaties op papier.
Nu zit ik achter de computer en ik ga naar Genlias. Daarin zitten de geboorte- trouw- en overlijdensaktes van de Nederlanders. Typ maar eens in bij 'achternaam': Oranje Nassau. Klik op de laatste persoon en kijk maar eens wat er bij het beroep van vader en vader overledene staat. Zo kun je ook de namen van je grootouders of overgrootouders intypen.
Er is wel een restrictie en dat heeft te maken met de privacywetgeving: de betreffende persoon moet wel 100 jaar geleden geboren zijn, of 75 jaar geleden getrouwd, of 50 jaar geleden overleden .
De akten zitten erin vanaf 1813. Toen heeft Napoleon Bonaparte bepaalt dat iedere Nederlander een achternaam moest krijgen en dat er een afdeling Burgerlijke Stand moest komen op het gemeentehuis zodat de gegevens van ieder in Nederland wonende persoon vast kwam te liggen voor de eeuwigheid.
Dus waar een bureau er vroeger weken over deed, kun je het nu in een aantal uren zelf voor elkaar krijgen.
Vóór die tijd moesten geboorte (doop), huwelijk en overlijden (begrafenis) bijgehouden worden door de kerk, Dat wil dus zeggen de Nederduitsch Gereformeerde Kerk. Registratie in andere kerken werd wel gedoogd maar het was niet rechtsgeldig. Dan moest je ook nog naar het gerecht of de schout.
Vóór 1813 had iedereen een achternaam zoals hij of zij die wenste. Neem nou Barbara, geboren in 1720. Barbara was een veel te mooie naam voor een boerendochter, dus dat werd Bartje, of Bartjen, of Bartie. Haar vader heette Jan. Zij noemde zich Bartje Jans, of Bartje Janse, of Bartje Jansen, of Bartje Jansdr. Het kon allemaal. Ze kon waarschijnlijk niet lezen of schrijven, dus de schrijfwijze was afhankelijk van de persoon die haar naam neerschreef.
Haar vader en dus ook zij woonden op een boerderij met de naam "Zandheuvel". Ze kon zich dus ook noemen: Bartje van Zandheuvel, of Bartje van de Zandheuvel, of Bartje van den Zandheuvel, of gewooon Bartje Zandheuvel. Maar ook Bartje Janse van de Zandheuvel, of allerlei andere variaties. Maar we zijn er nog niet.
Bartje trouwde met boer Gijsbert. Hij woonde op de boerderij "De Klaverweide". Nu noemde ze zich Bartje van/van de/van der Klaverweide. Of ook weer met haar vaders naam Bartje Janse van der Klaverweide en de variaties daarop.
Wil je dus je voormoeder Barbara uit 1720 zoeken, dan moet je googelen bij een van de volgende combinaties: Barbara/Bartje Jans/Janse/Jansen/Jansdr van/van de/van den/van der of zonder van Zandheuvel/Klaverweide.
Mensen gingen vroeger eerder dood dan nu. Het kon dus zomaar gebeuren dat onze Barbara weduwe werd en hertrouwde. Je raadt het al: ze kon zich gewoon weer anders gaan noemen.
Sommige mensen hadden wel een achternaam. Bijvoorbeeld Van der Heiden. Makkelijk, zou je denken maar op hoeveel verschillende wijzen kun je Van der Heiden wel niet schrijven: Heiden, Heijden, Hijden, Heide, Heijde, Heyde, Heyden, of zelfs Van der Rijden.
Gegevens van voor 1811 kun je vinden op internet. Honderden, zo niet duizenden mensen hebben al een stamboom uitgezocht en deze gepubliceerd op internet. Met veel gezoek en geduld kun je daaruit putten en zelf vanuit je woonkamer een stamboom maken.
Een jaar of dertig geleden heeft mijn tante opdracht gegeven aan een bureau haar stamboom te onderzoeken. Iemand van zo'n bureau moest dan het hele land door om allerlei archieven te bezoeken. Met moeite kreeg men dan vijf of zes generaties op papier.
Nu zit ik achter de computer en ik ga naar Genlias. Daarin zitten de geboorte- trouw- en overlijdensaktes van de Nederlanders. Typ maar eens in bij 'achternaam': Oranje Nassau. Klik op de laatste persoon en kijk maar eens wat er bij het beroep van vader en vader overledene staat. Zo kun je ook de namen van je grootouders of overgrootouders intypen.
Er is wel een restrictie en dat heeft te maken met de privacywetgeving: de betreffende persoon moet wel 100 jaar geleden geboren zijn, of 75 jaar geleden getrouwd, of 50 jaar geleden overleden .
De akten zitten erin vanaf 1813. Toen heeft Napoleon Bonaparte bepaalt dat iedere Nederlander een achternaam moest krijgen en dat er een afdeling Burgerlijke Stand moest komen op het gemeentehuis zodat de gegevens van ieder in Nederland wonende persoon vast kwam te liggen voor de eeuwigheid.
Dus waar een bureau er vroeger weken over deed, kun je het nu in een aantal uren zelf voor elkaar krijgen.
Vóór die tijd moesten geboorte (doop), huwelijk en overlijden (begrafenis) bijgehouden worden door de kerk, Dat wil dus zeggen de Nederduitsch Gereformeerde Kerk. Registratie in andere kerken werd wel gedoogd maar het was niet rechtsgeldig. Dan moest je ook nog naar het gerecht of de schout.
Vóór 1813 had iedereen een achternaam zoals hij of zij die wenste. Neem nou Barbara, geboren in 1720. Barbara was een veel te mooie naam voor een boerendochter, dus dat werd Bartje, of Bartjen, of Bartie. Haar vader heette Jan. Zij noemde zich Bartje Jans, of Bartje Janse, of Bartje Jansen, of Bartje Jansdr. Het kon allemaal. Ze kon waarschijnlijk niet lezen of schrijven, dus de schrijfwijze was afhankelijk van de persoon die haar naam neerschreef.
Haar vader en dus ook zij woonden op een boerderij met de naam "Zandheuvel". Ze kon zich dus ook noemen: Bartje van Zandheuvel, of Bartje van de Zandheuvel, of Bartje van den Zandheuvel, of gewooon Bartje Zandheuvel. Maar ook Bartje Janse van de Zandheuvel, of allerlei andere variaties. Maar we zijn er nog niet.
Bartje trouwde met boer Gijsbert. Hij woonde op de boerderij "De Klaverweide". Nu noemde ze zich Bartje van/van de/van der Klaverweide. Of ook weer met haar vaders naam Bartje Janse van der Klaverweide en de variaties daarop.
Wil je dus je voormoeder Barbara uit 1720 zoeken, dan moet je googelen bij een van de volgende combinaties: Barbara/Bartje Jans/Janse/Jansen/Jansdr van/van de/van den/van der of zonder van Zandheuvel/Klaverweide.
Mensen gingen vroeger eerder dood dan nu. Het kon dus zomaar gebeuren dat onze Barbara weduwe werd en hertrouwde. Je raadt het al: ze kon zich gewoon weer anders gaan noemen.
Sommige mensen hadden wel een achternaam. Bijvoorbeeld Van der Heiden. Makkelijk, zou je denken maar op hoeveel verschillende wijzen kun je Van der Heiden wel niet schrijven: Heiden, Heijden, Hijden, Heide, Heijde, Heyde, Heyden, of zelfs Van der Rijden.
Gegevens van voor 1811 kun je vinden op internet. Honderden, zo niet duizenden mensen hebben al een stamboom uitgezocht en deze gepubliceerd op internet. Met veel gezoek en geduld kun je daaruit putten en zelf vanuit je woonkamer een stamboom maken.
maandag 6 augustus 2012
Aeltje
Aeltje is getrouwd met Saar. Ik ken hun beide achternamen niet. Misschien hebben ze er wel geen. De vader van Saar heet Adriaan maar de naam van Saars moeder ken ik niet, evenmin als de namen van de ouders van Aeltje. Aeltje en Saar zijn vrome boeren. Ze wonen in De Birckt, een buurtschap in de gemeente Soest, vlakbij Amersfoort.
Aeltje en Saar hebben een vruchtbaar huwelijk. Ik hoop dat hun geluk net zo groot is als hun kinderschaar; ze krijgen minstens 8 kinderen.
Het oudste kind van Aeltje en Saar is dochter Alitgen. Ze trouwt met Aert van Arch, de zoon van Gerrit van Arch. Van Aert weet ik wel wat meer te vertellen. Hij woont samen met Alitgen op de Breestraat in Amersfoort. Daar hebben ze een huis, een hof en een hofstede. Het is hun eigendom maar ze moeten wel jaarlijks 15 gulden, 12 stuivers en 8 penningen rente betalen aan de Lieve Vrouwekapel.
De buurman aan de noordzijde heet Jan Marcelie en aan de oostzijde woont Weijmtgen van Dolre.
Alitgen en Aert komen al vroeg te overlijden. Ze laten minstens zeven kinderen na van wie er een aantal nog onmondig is. Helaas weet ik niet wat er met die kinderen gebeurd is. Zouden ze naar het weeshuis gestuurd zijn, of komen ze bij een oom of tante in huis? Wellicht is er een oudere zus getrouwd en komen ze bij een van hen in de huishouding. Of worden ze bij een boer ondergebracht als knecht of meid? En nu zou je denken dat de hele erfenis naar de kinderen gaat maar helaas, ze moeten die delen met de zeven broers en zusters van hun moeder en met hun opa Saar. Gelukkig heeft vader Gerrit geen broers of zusters en is zijn vader overleden, anders bleef er van de hele erfenis niets meer over.
De overige kinderen van Aeltje en Saar zijn ook allemaal keurig getrouwd en zullen op hun beurt wel weer voor nageslacht gezorgd hebben. Ze zullen niet vroegtijdig overleden zijn want mij is niet bekend dat ze onmondige kinderen nagelaten hebben.
Ondertussen is opa Saar in goeden doen geraakt, of misschien juist wel niet. In elk geval verkoopt hij in het jaar voor zijn dood land. Hij woont op dat moment met zijn huisvrouw Aeltje in Darthuizen, een gemeente zo halverwege Doorn en Amerongen. Hij verkoopt aan doctor Cornelius Benignus Sillingh drie morgen bouwland in de Vrijheid van Amersfoort, vanaf de Isselsesteeg tot aan de Vlasakkers. Aan de noordzijde ervan is het land van mr. Willem van Dam en het land aan de oost- en zuidzijde behoort toe aan Henrick Elbertsz. Zouden de meester en de doctor het land zelf bewerken?
Het gaat slechter met de gezondheid van Saar en hij laat zijn testament maken terwijl hij ziek van lichaam te bed liggende is. Saar woont nu in bij zijn zoon Dirck waar diens vrouw hopelijk goed voor hem zorgt. Notaris J. van Ingen komt daartoe naar het huis van zoon Dirck aan de Utrechtsestraat. Dit huis heeft Dirck 40 jaar geleden gekocht voor 200 gulden van Willem Mor Gijsbertz, als man en voogd van Geertgen van Fijnckel, zijn huisvrouw.
In het testament vermaakt hij al zijn bezittingen aan Dirck, Jan, Ariaen en Peter Saren, zijn zonen en aan Alitgen, Burrichgen, Henrickgen en Jannichgen Saren, zijn dochters en bij overlijden van een van hen aan diens geboorte, allen bij gelijke portie. Uitgezonderd dat Dirck Saren, zijn oudste zoon, voor zijn voordeel 100 gulden zal genieten. Getuigen bij het opmaken van dit testament zijn Gosen Roeloffs Vlugh (portier), Harman Zanderzn (zadelmaker) en Willem Janzn (bakker).
Niet lang na het opmaken van dit testament sterft Saar. Aeltje is al eerder overleden. Het leven van twee hardwerkende boerenmensen is voorbij. Hun genen zijn doorgegeven aan hun kinderen en via hen weer aan hun kindskinderen. Nieuwe generaties nemen hun plaats in.
Aeltje stierf in 1629, zij is mijn betbetbetbetbetbetbetbetbetovergrootmoeder.
Aeltje en Saar hebben een vruchtbaar huwelijk. Ik hoop dat hun geluk net zo groot is als hun kinderschaar; ze krijgen minstens 8 kinderen.
Het oudste kind van Aeltje en Saar is dochter Alitgen. Ze trouwt met Aert van Arch, de zoon van Gerrit van Arch. Van Aert weet ik wel wat meer te vertellen. Hij woont samen met Alitgen op de Breestraat in Amersfoort. Daar hebben ze een huis, een hof en een hofstede. Het is hun eigendom maar ze moeten wel jaarlijks 15 gulden, 12 stuivers en 8 penningen rente betalen aan de Lieve Vrouwekapel.
De buurman aan de noordzijde heet Jan Marcelie en aan de oostzijde woont Weijmtgen van Dolre.
Alitgen en Aert komen al vroeg te overlijden. Ze laten minstens zeven kinderen na van wie er een aantal nog onmondig is. Helaas weet ik niet wat er met die kinderen gebeurd is. Zouden ze naar het weeshuis gestuurd zijn, of komen ze bij een oom of tante in huis? Wellicht is er een oudere zus getrouwd en komen ze bij een van hen in de huishouding. Of worden ze bij een boer ondergebracht als knecht of meid? En nu zou je denken dat de hele erfenis naar de kinderen gaat maar helaas, ze moeten die delen met de zeven broers en zusters van hun moeder en met hun opa Saar. Gelukkig heeft vader Gerrit geen broers of zusters en is zijn vader overleden, anders bleef er van de hele erfenis niets meer over.
De overige kinderen van Aeltje en Saar zijn ook allemaal keurig getrouwd en zullen op hun beurt wel weer voor nageslacht gezorgd hebben. Ze zullen niet vroegtijdig overleden zijn want mij is niet bekend dat ze onmondige kinderen nagelaten hebben.
Ondertussen is opa Saar in goeden doen geraakt, of misschien juist wel niet. In elk geval verkoopt hij in het jaar voor zijn dood land. Hij woont op dat moment met zijn huisvrouw Aeltje in Darthuizen, een gemeente zo halverwege Doorn en Amerongen. Hij verkoopt aan doctor Cornelius Benignus Sillingh drie morgen bouwland in de Vrijheid van Amersfoort, vanaf de Isselsesteeg tot aan de Vlasakkers. Aan de noordzijde ervan is het land van mr. Willem van Dam en het land aan de oost- en zuidzijde behoort toe aan Henrick Elbertsz. Zouden de meester en de doctor het land zelf bewerken?
Het gaat slechter met de gezondheid van Saar en hij laat zijn testament maken terwijl hij ziek van lichaam te bed liggende is. Saar woont nu in bij zijn zoon Dirck waar diens vrouw hopelijk goed voor hem zorgt. Notaris J. van Ingen komt daartoe naar het huis van zoon Dirck aan de Utrechtsestraat. Dit huis heeft Dirck 40 jaar geleden gekocht voor 200 gulden van Willem Mor Gijsbertz, als man en voogd van Geertgen van Fijnckel, zijn huisvrouw.
In het testament vermaakt hij al zijn bezittingen aan Dirck, Jan, Ariaen en Peter Saren, zijn zonen en aan Alitgen, Burrichgen, Henrickgen en Jannichgen Saren, zijn dochters en bij overlijden van een van hen aan diens geboorte, allen bij gelijke portie. Uitgezonderd dat Dirck Saren, zijn oudste zoon, voor zijn voordeel 100 gulden zal genieten. Getuigen bij het opmaken van dit testament zijn Gosen Roeloffs Vlugh (portier), Harman Zanderzn (zadelmaker) en Willem Janzn (bakker).
Niet lang na het opmaken van dit testament sterft Saar. Aeltje is al eerder overleden. Het leven van twee hardwerkende boerenmensen is voorbij. Hun genen zijn doorgegeven aan hun kinderen en via hen weer aan hun kindskinderen. Nieuwe generaties nemen hun plaats in.
Aeltje stierf in 1629, zij is mijn betbetbetbetbetbetbetbetbetovergrootmoeder.
zaterdag 4 augustus 2012
Een nieuw blog
Er zijn al zoveel blogs op het wereldwijde web. Moet er dan zo nodig dan weer eentje bij? Ja natuurlijk. Ik ben uniek, ik ben anders dan andere mensen. Misschien niet veel, maar toch net weer even anders dan anderen. Ieder mens is uniek en dat maakt de mensheid zo interessant.
Waarover ik ga schrijven? Daar is op dit moment nog geen zinnig woord over te vertellen. Over mijn hobby's, over mijn vee, over dingen die me bezig houden, over hoe ik sta in het leven, over dingen die ik lees. Eén ding weet ik wel waar het niet over gaat en dat zijn mijn kinderen. Om de doodeenvoudige reden dat ik die niet heb.
Waarover ik ga schrijven? Daar is op dit moment nog geen zinnig woord over te vertellen. Over mijn hobby's, over mijn vee, over dingen die me bezig houden, over hoe ik sta in het leven, over dingen die ik lees. Eén ding weet ik wel waar het niet over gaat en dat zijn mijn kinderen. Om de doodeenvoudige reden dat ik die niet heb.
Abonneren op:
Posts (Atom)