Pagina's

woensdag 30 januari 2013

IQ

Heeft u vorige week woensdag ook meegedaan met De Nationale IQ test? Uiteraard had u ook een hoge score, nietwaar? Dan moeten de volgende vragen voor u een eitje zijn. De antwoorden vindt u onderaan.


  1. Hoe lang duurde de Tachtigjarige Oorlog?
  2. Welke nationaliteit had de filosoof Baruch Spinoza?
  3. In welk land was de eerst bekende uitbraak van syfilis, ook wel de Franse ziekte genoemd?
  4. Wat is er ontstoken bij een blindedarmontsteking?
  5. Tot welke klasse der dieren behoort de zeeolifant?
  6. Uit welk land komt de Chinese kruisbes?
  7. In welk land werd het eerste patent op de Engelse sleutel, ook wel bahco genoemd, gegeven?
  8. Uit welk land komt de panamahoed?
  9. Naar welk dier zijn de Canarische eilanden vernoemd?
  10. In welke maand was de Russische Oktoberrevolutie?
  11. Uit welke taal komt het woord 'mac', zoals in de naam MacDonalds?
  12. In welk land(en) wordt whiskey geproduceerd?
  13. Wat is de eigenlijke voornaam van Erasmus?
  14. In welk land promoveerde de Zweed Linnaeus (van de ordening van flora en fauna) tot doctor in de geneeskunde?
  15. Waar worden kameelharen borstels van gemaakt?
  16. Wat is de kleur van een black box in een vliegtuig?
  17. Naar welke plaats is jeans (spijkerbroek) vernoemd?
  18. De heilige Teresa van Avila is overleden in oktober 1582, in de nacht van 4 op ?? oktober.
  19. Welke kleur heeft de kleine zilverreiger?




  1. De Tachtigjarige Oorlog duurde van 1568-1648 met uitzondering van het Twaalfjarig Bestand1609-1621. Dus 68 jaar.
  2. Nederlandse nationaliteit.
  3. Italië, Napels (1494/1495) weliswaar gedurende de Franse bezetting
  4. Het wormvormig aanhangsel (appendix)
  5. Zoogdieren
  6. Nieuw-Zeeland. Deze vrucht kennen we beter onder de naam kiwi.
  7. Zweden (1892). Weliswaar uitgevonden door een Engelsman.
  8. Ecuador
  9. Hond. De Latijnse naam is Insulara Canaria, eilanden van de honden.
  10. November 1917. De Russische kalender (juliaans) liep destijds 13 dagen achter bij de onze (gregoriaans)
  11. Gaelic, de taal van Schotland, Ierland en het eiland Man. Het betekent zoon van.
  12. In Ierland en de USA. Groot-Brittannië schrijft het woord zonder -e-: whisky.
  13. Geert (Geerts). Erasmus is een doopnaam.
  14. Nederland (Harderwijk)
  15. Van het haar van verschillende dieren, o.a. geit en eekhoorn, maar niet van kameelhaar.
  16. Oranje
  17. Genua. De blauwe verfsoort die werd gebruikt, heette in het Frans "bleu de Gênes" (vertaald vanuit het Italiaanse "blu di Genova", dus eigenlijk "Genuees blauw"). Het "bleu de Gênes" werd verbasterd tot het huidige "blue jeans", ofwel jeans.
  18. 4 op 15 oktober. Omdat men overging van de juliaanse kalender naar de gregoriaanse kalender verdwenen er 10 dagen (5 t/m 14 oktober).
  19. Wit

maandag 28 januari 2013

Baxter

Elke week krijg ik mijn medicijnen in een baxter. Netjes aangeleverd door de apotheek op dinsdag om 11.00 uur.
Zo ziet dat eruit:


Dit is een plaatje van www maar mijn rol ziet er hetzelfde uit, alleen een beetje dikker.
Het is ideaal. Eén zakje per dagdeel: 's morgens, 's middags, 's avonds en voor de nacht. Er staat op wat er in zit en hoe laat ik ze moet innemen. Ik vergeet nu dus nooit meer mijn medicijnen in te nemen.
Ik hou me alleen niet aan de tijden. De apotheek zegt dat ik 's avonds om 21.00 uur de laatste medicijnen moet innemen. Daar zit een tablet bij die ik een half uur voor het slapen gaan moet innemen. En om half tien naar bed is me toch nog wat te vroeg. :-)

's Morgens krijg ik 4 soorten tabletten. Die passen netjes in één zakje. Er zit een plaspil bij die ik ruim vóór het ontbijt moet innemen, terwijl ik de rest tijdens of na het ontbijt slik. Altijd een heel gewriemel om dat ene kleine pilletje uit het zakje te krijgen zonder dat de andere op de grond rollen. Dat lukt niet altijd en dan moet ik een tabletje van de grond toch nog in mijn mond stoppen. Ik heb namelijk geen reserve. Erger is het als dat tabletje onder een kast of zo rolt. Nou, die ga ik echt niet meer innemen.

Sinds kort heb ik er in de ochtend een nieuw tabletje bij. Die kan niet meer in het ochtendzakje, dus krijg ik er 's ochtends een tweede zakje bij.

Ha mooi, dacht ik, ik ga aan de apotheek vragen of ze de plaspil in het tweede zakje willen doen. Dan heb ik er verder geen problemen mee.

"Nee, dat kan niet."
"Het is toch voor mij veel handiger, dan vallen de andere tabletten er niet meer uit."
"Nee, het kan niet. Wij maken de baxter niet zelf."
"Nou, dan vraagt u het toch aan de baxtermaker."
"Die maken niet meer dan vier zakjes per dag."
"Ik krijg er nu vijf per dag!"
"Ik bedoel niet meer dan één keer per dagdeel, als men op andere tijden een medicijn moet innemen, gaat die bij één van de dagdelen in."

En uitgepraat ben je. Dan vraag ik me toch af, voor wie er dan een baxter gemaakt wordt. Voor het gemak van de patiënt of voor de portemonnee van de baxtermaker? Is het nu zo moeilijk om de namen van twee medicijnen van plaats te verwisselen zodat ik de plaspil in een apart zakje krijg?

Ik vind het nogal dom en niet erg meedenkend. Of ben ik te veeleisend?


zaterdag 26 januari 2013

Zwijmelen op zaterdag (9)

Vandaag, zaterdag, is het weer zwijmelen met Marja.

In de jaren vijftig en begin zestig hadden we nog geen televisie, alleen radio. Geen radio met allemaal van die spannende plaatsen op een scherm, maar draadomroep. Een apparaatje in de muur met een keuzeknop en een luidspreker. Je had de keuze uit 4 zenders. Een soort kabelomroep.


Regelmatig kwam daar Edith Piaf langs en als zij zong moesten wij stil zijn. Als kind vond ik het niet mooi wat zij zong maar al opgroeiend ben ik haar steeds meer gaan waarderen en nu vind ik haar muziek ronduit mooi.

Daarom hier een van de bekendste liederen van Edith Piaf: Non, je ne regrette rien. Buiten de titel heb ik nooit iets van de tekst begrepen. Omdat ik denk dat er wel meer lezers zullen zijn die geen Frans spreken, volgt hieronder ook de vertaling.




Non... rien de rien
Non je ne regrette rien
Ni le bien... qu'on m'a fait
Ni le mal, tout ça m'est bien égale...

Non... rien de rien
Non... je ne regrette rien
C'est payé, balayé, oublié
Je me fous du passé...

Avec mes souvenirs
J'ai allumé le feu
Mes chagrins, mes plaisirs
Je n'ai plus besoin d'eux

Balayées les amours
Avec leurs trémolos
Balayés pour toujours
Je repars à zéro

Non... rien de rien
Non... je ne regrette rien
Ni le bien, qu'on m'a fait
Ni le mal, tout ça m'est bien égale

Non, rien de rien
Non... je ne regrette rien
Car ma vie... car mes joies...
Aujourd'hui... ça commence avec toi...

Nee, ik heb nergens spijt van

Nee, van helemaal niets
nee, van niets heb ik spijt
Niet van het goede dat me is gegeven
noch van het slechte, het is me allemaal eender

Nee, van helemaal niets
nee, van niets heb ik spijt
Alles is afgedaan, uitgewist, vergeten
Ik heb maling aan het verleden

Met mijn herinneringen
heb ik de kachel aangemaakt
Mijn verdriet, mijn geneugten
ik heb ze niet meer nodig
Uitgewist de liefdes
en hun roerselen
voorgoed uitgewist
Ik begin weer helemaal opnieuw

Nee, van helemaal niets
nee, van niets heb ik spijt
Niet van het goede dat me is gegeven
noch van het slechte, het is me allemaal eender
Nee, van helemaal niets
nee, van niets heb ik spijt
want mijn leven, mijn vreugdes
het begint vandaag, met jou

donderdag 24 januari 2013

Eponiem

Dingen, begrippen, soortnamen en werkwoorden die naar een persoon vernoemd zijn, noemen we eponiemen.

dotteren, vernoemd naar de Amerikaanse radioloog Charles T. Dotter
colbert, vernoemd naar de Franse politicus Jean-Baptiste Colbert
sandwich, vernoemd naar de Engelsman John Montagu, vierde graaf van Sandwich
spoonerisme, vernoemde naar de Britse onderwijzer William Spooner

Hieronder staan een aantal eponiemen die vernoemd zijn naar Nederlandse of Belgische personen en hun naamgever:

bakeliet                               Leo Baekeland
bintje                                   Bintje Jansma
praten als Brugman            Johannes Brugman
van Drees trekken              Willem Drees
flikje                                    Caspar Flick
PC-Hoofttractor                   Pieter Corneliszoon Hooft
hopje                                   Hendrik Hop
jantje-van-leiden                 Jan van Leiden
de kop van Jut                    Hendrik Jut
Kenau                                 Kenau Simonsdochter Hasselaer
kiekje                                  Israel David Kiek
melkertbaan                        Ad Melkert
saxofoon                             Adolphe Sax

Weet u wat de 'beroepen' waren van bovengenoemde personen?

Hier hun 'beroepen':
  • baron
  • chemicus
  • instrumentenbouwer
  • middenstander
  • moordenaar
  • ondernemer
  • politicus (2x)
  • predikant
  • priester
  • schoolmeisje
  • schrijver
  • vrijheidsstrijdster

U kunt hier uw antwoorden controleren.

dinsdag 22 januari 2013

Nasreddin Hodja

Nasreddin Hodja is een legendarisch figuur in Turkije en andere islamitische landen en gebieden. De verhalen zijn heel populair en worden verteld van generatie op generatie. In Turkije heet hij Nasreddin Hodja, maar in Iran Moellah Nasreddin. Het gaat allemaal om een en dezelfde figuur, met een islamitische titel. Men zegt dat het een historische figuur is.
Zijn belevenissen zijn te vergelijken met die van Tijl Uilenspiegel uit het Nederlandse en Duitse taalgebied. Al vanaf eeuwen her tot vandaag de dag doen er een paar honderd verhalen over hem de ronde. Deze verhalen gaan over zijn wijsheden, listen, rechtvaardigheid, bedrog, grappen en slimheid.


Ik ben erg gecharmeerd van de verhalen van Nasreddin Hodja, vooral van die waar hij de mensen een spiegel voorhoudt. Onderstaand drie van mijn favoriete verhalen.

Nasreddin Hodja was naar de markt geweest en had daar een grote zak aardappelen gekocht want ze waren goedkoop. Hij gooide de zak op zijn rug en stapte op zijn oude ezel. De ezel liep langzaam richting huis. Onderweg kwam hij een vriend tegen. De vriend vroeg: "Maar Nasreddin, waarom draag je die zware zak met aardappels zelf? Hang hem toch aan de ezel." "Nee," zei Nasreddin, "zie je dan niet dat die ezel het al moeilijk genoeg heeft met mij op zijn rug? Als ik de zak er ook nog aan hang, kan het dier helemaal niet meer lopen. Ik heb zelf die zware zak gekocht, nu moet ik hem ook zelf dragen!"

Nasreddin Hodja krijgt bezoek. Zijn vrouw wil eten koken, maar ze heeft geen grote pan. Daarom gaat Nasreddin naar de buurman en vraagt aan de buurman of hij zijn grote pan kan lenen. De buurman vindt het goed en geeft hem zijn grootste pan.
De volgende dag brengt Nasreddin Hodja de pan terug naar de buurman. Nasreddin zegt dat de pan vannacht een kindje gekregen heeft. De buurman kijkt in de pan en ziet een klein pannetje. " O, wat leuk," zegt de buurman.
Een maand later heeft Hodja Nasreddin weer bezoek en hij gaat weer naar de buurman om zijn pan te vragen.  De volgende dag gaat hij naar de buurman en zegt tegen hem dat zijn pan is overleden. "Overleden?" vraagt de buurman. "Ja," zegt Nasreddin, "de vorige keer heeft de pan een kindje gekregen, maar nu is hij overleden. Daarom kan ik hem niet teruggeven."

Nasreddin Hodja heeft een uitnodiging gekregen voor een feestmaaltijd. Hij komt laat thuis van zijn werk op het land en heeft geen tijd om zich om te kleden. Daarom gaat hij in zijn daagse kleren naar het feestmaal. Alle gasten zijn al aanwezig in hun mooiste kleren. Ze zitten thee te drinken terwijl de tafel gedekt wordt.
Als Nasreddin Hodja binnenkomt, komt de gastheer niet naar Nasreddin toe om hem welkom te heten. Niemand zegt wat tegen hem en niemand schenkt een glas thee voor hem in. Hodja wordt boos en gaat terug naar huis. Daar trekt hij een mooie, dure jas aan. Als hij weer terugkomt, staat het eten op tafel en worden de gasten gevraagd aan tafel te gaan.
Als de gastheer Hodja ziet, gaat hij naar hem toe en zegt: "Merhaba, Hodja. Hoe gaat het met u? Komt u naast mij zitten?" En hij schept het bord van Hodja vol met het lekkerste eten. Maar Hodja pakt een punt van zijn jas en stopt die in de soep. Alle gasten kijken verbaasd op en de gastheer zegt: "Maar Hodja, wat doet u nu?" "Ik laat de jas eten," zegt Hodja. "Maakt u een grapje?" vraagt de gastheer. "Nee," zegt Hodja, "ik heb nooit geweten dat een jas eet. Maar toen ik hier in mijn daagse kleren binnenkwam, werd ik niet welkom geheten en niemand bood mij een plaats aan. Toen ik in deze jas binnenkwam, gaf u mij de beste plaats en schepte u mijn bord vol met het lekkerste eten. Maar dat deed u voor de jas en niet voor de man die erin zit."
 

zondag 20 januari 2013

Mejuffrouw

Het was eind jaren zestig. Ik was een jaar of negentien. Met Annie, één jaar ouder dan ik en kort daarvoor getrouwd, was ik bij de slager. Annie werd geholpen en een andere winkelbediende vroeg aan mij: "Kan ik u helpen, mevrouw?"
Toen we weer buiten stonden zei Annie tegen mij: "Wat een eer, hè? Ze noemde je mevrouw!"

Zo was het toen nog.  Een getrouwde vrouw was een mevrouw en een ongetrouwde vrouw was een (me)juffrouw. En de maatschappelijke status van een mevrouw was hoger dan een juffrouw.

In de jaren zeventig werden er onder andere door de invloed van het feminisme, steeds meer vraagtekens gezet bij het onderscheid tussen de aanspreekvorm van een getrouwde en een ongetrouwde vrouw.  Per slot van rekening werd dat onderscheid ook niet gemaakt bij mannen. Waarom dan wel bij vrouwen? En waarom moest er standsverschil zijn tussen getrouwde en ongetrouwde vrouwen?

Ongetrouwde vrouwen noemden zich steeds vaker mevrouw en werden ook steeds vaker zo aangesproken. Ik noemde mezelf dus ook mevrouw, hoewel (nog) niet getrouwd. Alleen hardnekkige oude jonge juffrouwen bleven zichzelf juffrouw noemen en wensten ook op die manier aangesproken te worden.
Mevr. en mej. werden afgekort tot mw.

Toch ging het allemaal niet zo vanzelfsprekend. Tot in de jaren 80 noemde het Ministerie van Buitenlandse Zaken ongetrouwde medewerksters nog mejuffrouw.

Midden jaren 80 was ik in Nieuw-Zeeland. Ergens moest ik toen mijn naam en adres opgeven. Miss of Mrs. werd er gevraagd. Hè, wat??!! Ik realiseerde me niet dat het verschil nog niet overal verdwenen was (en nog steeds niet is).

Vanmiddag werd er ik in een reactie aangesproken door de Heer van Stand met mejuffrouw.  Leuk, maar wat ben ik nu eigenlijk? Eerst was ik een mejuffrouw. Toen ik trouwde werd ik een mevrouw. Toen ging ik scheiden. Werd ik toen weer een mejuffrouw of bleef ik mevrouw? Ik had toch een man aan de haak geslagen, al had ik hem weliswaar weer weggestuurd.


zaterdag 19 januari 2013

Zwijmelen op zaterdag (8)

Zaterdag: Zwijmelen-op-zaterdagdag met Marja

Tegenwoordig is het vrij gemakkelijk om als onbekende Nederlander op tv te komen.  Genoeg programma's waar je je 15 minutes of fame (of korter of langer) kunt halen.
Begin jaren 70 was dat wel even wat anders. Het was zeer uitzonderlijk om als onbekende Nederlander de tv te halen. Ik had eind 1970 mijn 1 second of fame.

In het programma Toppop moest je raden wie er de volgende week nr. 1 stond. Ik stuurde maar eens een briefkaartje (zo ging dat toen) en voorspelde Gilbert O'Sullivan met Nothing Rhymed. Alleen omdat ik hem zo leuk vond.




Laat ik het nou toch bij het juiste eind hebben. De namen van de tien winnaars werden opgelezen en mijn naam (+ woonplaats) was als eerste aan de beurt. Daar was mijn 1 second of fame. En fame was het. Ik heb er best wel leuke reacties op gehad. Er waren toentertijd nog maar 2 zenders en geen commerciële tv, dus de helft van Nederland, of meer, keek ernaar.

We wonnen een platenbon van, ik meen, 20 gulden. In ieder geval genoeg om een elpee te kopen. Nu lijkt het een kleinigheidje, maar toen was het best wel veel. Elpees waren duur, je kreeg niet maar zo wat en zo veel geld verdiende je niet.

Ja, en dan moet je een elpee kopen. Je wilt wel die, en die, en die. In gedachten had ik de platenbon al wel tien keer uitgegeven. Uiteindelijk werd het toch Led Zeppelin. De elpee Led Zeppelin III met daarop Immigrant Song. Grijsgedraaid heb ik die plaat. Heerlijk zwijmelen.



Ik heb helaas geen goed filmpje kunnen vinden, de beeld- en/of geluidskwaliteit was slecht.

"Immigrant Song" werd geschreven tijdens Led Zeppelins tournee  in het midden van 1970. Het openingsconcert van deze tournee vond plaats in Reykjavik, IJsland en inspireerde Robert Plant om het nummer te schrijven.

De tekst van het nummer is geschreven vanuit het perspectief van Vikingen die vanuit Scandinavië naar het westen roeien om nieuwe landen te ontdekken. De tekst verwijst expliciet naar de veroveringen van de Vikingen en de oude Noordse godsdienst (Fight the horde, sing and cry, Valhalla, I am coming!).
wikipedia

Ah, ah,
We come from the land of the ice and snow,
From the midnight sun where the hot springs flow.
The hammer of the gods will drive our ships to new lands,
To fight the horde, singing and crying: Valhalla, I am coming!

On we sweep with threshing oar, Our only goal will be the western shore.

Ah, ah,
We come from the land of the ice and snow,
From the midnight sun where the hot springs blow.
How soft your fields so green, can whisper tales of gore,
Of how we calmed the tides of war. We are your overlords.

On we sweep with threshing oar, Our only goal will be the western shore.

So now you'd better stop and rebuild all your ruins,
For peace and trust can win the day despite of all your losing.
 
 
Begin jaren 80 zou ik zelf op vakantie gaan naar IJsland. Wat een mooi land!

P.S. Wie kan mij helpen? Aan het eind van de jaren 60, of in de jaren 70 werd er een elpee uitgebracht door een groep (ik meende Amerikaans). Aan de ene kant stonden diverse nummers, aan de andere kant stond één nummer, een uitgebreide versie van een van de nummers van de ene kant. Het is een grote hit geweest, het was dan ook een geweldig nummer. Ik kan me toch niet meer de naam van de groep en van het nummer herinneren. Weet iemand welk nummer van welke groep ik bedoel?


.
 

donderdag 17 januari 2013

Januari 1963

Sneeuw en ijs, kortom lekker winterweer zoals de afgelopen dagen, doen me altijd weer denken aan die ene strenge winter uit mijn jeugd: januari 1963. Wat was het toen bitterkoud.

Het was ook de maand dat er een Elfstedentocht gehouden werd, maar daar wil ik het nu niet over hebben.

Ik zat toen in de eerste klas van de ULO. Elke dag fietsten we een kwartier heen en weer. Lekker bij mooi weer, maar niet in die schrale kou van toen. Het was dik aankleden en ter plekke je weer ontdoen van vele lagen kleding. Thuisgekomen heerlijk bij de kachel waar moeder wachtte met een lekker warm kopje thee.

Hoe koud was het toen? Nou, in elk geval zo koud dat de waterleiding bevroor. Niet de waterleiding thuis, want die werd netjes afgetapt. Maar de waterleiding in de straten. Hele straten hadden geen water meer.

Elke dag kwam de brandweer op strategische punten water brengen.  Emmers en pannen werden zo'n 150 meter verderop gesjouwd om maar zo veel mogelijk water te verzamelen voor de komende 24 uur.

Ergens las ik dat we zo'n 20 liter per persoon per dag gebruiken voor jezelf wassen, tandenpoetsen, afwassen, koffie en thee en eten bereiden. Wij waren met z'n negenen. Dit is dus 180 liter per dag.
Nu gebruikten we toen niet zo veel als nu, maar toch, het was een heel gesjouw. Iedereen werd ingezet.

Bij zo'n calamiteit realiseer je je pas hoe moeilijk het voor mensen in bijv. Afrika is, om geen stromend water te hebben en dagelijks vers water van ver te moeten halen.

In de pannen ging het water voor de voedselbereiding en het drinkwater. In de emmers het afwaswater en het waswater. Er was een speciale emmer voor handen wassen. Iedereen deed dat de hele dag in dezelfde emmer. We zijn er niet ziek van geworden. Al dat water moest natuurlijk binnen opgeslagen worden; in de schuur bevroor het weer.

We waren toen nog niet aangesloten op de riolering. De poepdoos was aangesloten op een grote beerput in de tuin (We hadden een grote tuin). Ook dat werkte niet meer. Er werd dus een hokje in de schuur gemaakt, van oude gordijnen. Daarnaast stond op een richeltje een plankje met aan de ene kant  BEZET en aan de andere kant VRIJ. Erin stond een grote ketel waarin je je behoefte kon doen. Wie die ketel elke dag leegde weet ik niet meer, maar het zal vast geen lekker karweitje geweest zijn.

Allemaal heel primitief. Het stonk wel. Maar je moet wat. We hebben er geen van allen iets aan overgehouden.

En o, wat was je blij toen de temperatuur omhoogging en alles weer gewoon werkte.

zaterdag 12 januari 2013

Het lied op zaterdag (7)

Gisteren is Paul, een goede vriend, heel plotseling overleden.

Daarom vandaag wel een lied maar niet om bij te zwijmelen.

Clouseau: afscheid van een vriend



vrijdag 11 januari 2013

Sint Dracus en de Joor

Voor de laatste keer een blog over spoonerisme. Ditmaal een gedicht van John O'Mill
(Johan van der Meulen).

Sint Dracus en de Joor

Sint Dracus op zijn ruivend snos
steed rapvoets door het bonker dos.
Plots houden raard en puiter stil
geschrokken door een gauwe ril.
Is daar misschien een niel in zood,
besprongen door de Dille Koot?
Sint Dracus ijlt nu sloorspags voort
daar waar de kroodneet werd gehoord
en daar ontblouwt zich aan zijn vik
’n beeld, dat hem verschrijft van stik:
’n mubbeschonster, groest en woot,
de auwe kluit, de blanden toot
en aan de roet der votsen ligt,
( de banden voor ’t hang gezicht )
een vronkjouw, uiterschate moon,
haar tooft gehooid met kouden groon.
Sint Dracus, hoewel mang te boe,
mijdt roedig op het ondier toe
en weet het zonder staf te ijgen
kakvundig aan zijn rans te lijgen.
Nog vluugt het spammen, pomt een kroot,
dan krijgt het de gestadenoot.
De vronkjouw uit een kreugdevreet
en grijpt Sint Dracus billend treet.
Hij zet haar vóór zich op zijn ros
en brengt haar uit het bakendros
weer bij haar slader op het vot.
Daar hankt men dem, daar gankt men Dod.
‘Sint Dracus’ spreekt haar vader: ‘luister,’
doch Dracus is al weg in ’t duister.
Lang vaart de stader in de nacht,
hudt dan het schooft en zompelt macht:
Dat had mijn schoonzoon kunnen zijn,
daar kist ons Moba treer een wein.
 

maandag 7 januari 2013

Stekkers

Mijn moeder is overleden in 1966. Ik was toen 15, zij 51.

Zij heeft in haar leven welgeteld 4 apparaten gehad met een stekker:  de stofzuiger (een slede), de waskuip (met wringer), de strijkbout en de televisie. En uiteraard de schemerlampjes. En niet te vergeten de kerstboomverlichting. Wellicht had mijn vader in zijn schuur ook nog wat elektrisch gereedschap. Ik herinner me in ieder geval een grote slijpsteen.

Wat zou ze haar ogen uitkijken als ze nu, bijna vijftig jaar na haar dood, eens bij mij in huis kon kijken. En dan bezit ik nog lang niet alle apparatuur zoals koffiezetapparaat, senseo, radio, televisie e.d. Misschien zou ze me wel vragen : "Heb je dat nou allemaal nodig, Greet?"

Wat hebben we er in die vijftig jaar allemaal wel niet voor een apparatuur met een stekkertje bij gekregen.

Voor mij is dat:

Computer, laptop en randapparatuur 4 stekkers.
Woonkamer: opladers van de camera en het mobieltje:  2 stekkers.
Modem en vaste telefoon: 2 stekkers.
Alleen al in de kamer 8 stekkers.

Keuken: oventje, magnetron, waterkoker, keukenmachine, handmixer, citruspers, staafmixer, eierkoker, rijstkoker, grillapparaat: 10 stekkers.
Bijkeuken: koelkast, diepvrieskast, stofzuiger, wasmachine, droger: 5 stekkers.
Tuingereedschap: hakselaar, bladblazer, elektrische heggenschaar: 3 stekkers.
Gereedschap: boormachine, schuurmachine, decoupeerzaag, oplader voor de schroevendraaier: 4 stekkers.
Boven: haardroger, wekkerradio, strijkijzer: 3 stekkers.

In totaal 33 stekkers. Misschien heb ik er wel een of twee over het hoofd gezien. En heb ik ze echt allemaal nodig?

Ik stel dit soort vragen niet vaak, maar wil het nu wel doen.
Bent u zich bewust van het aantal stekkers in huis?

zaterdag 5 januari 2013

Zwijmelen op Zaterdag (6)

Vandaag is het weer Zwijmelen op Zaterdag met Marja. Ik wil op de eerste zaterdag in het nieuwe jaar eens iets heel anders.

Tijdens een bepaalde therapie moest ik deelnemen aan danstherapie. Nou ja zeg, dansen! Dansen en Greet, dat gaat niet samen. Ik ben zo stijf als een plank en ik heb ook geen gevoel voor muziek. Op mijn vijftiende werd ik naar de dansschool gestuurd omdat het ballroomdansen toentertijd hoorde bij je opvoeding. Eén cursus heb ik gedaan en toen was het over en uit. Ik heb daarna nooit meer een wals, een tango, een cha-cha-cha, of wat dan ook gedanst. Ook niet in een discotheek gedanst.

Ik vond die danstherapie allemaal maar niets. Totdat we gingen dansen op de Bloemenwals. Man, wat een mooie muziek! En ik hoefde alleen maar bloem te zijn, een beetje heen en weer wiegen. Nou, dat lukte me nog wel.

Door deze Bloemenwals heb ik kennis gemaakt met ballet en ik vind het (ballet) nog steeds erg mooi.

Bij de Bloemenwals kun je ook heerlijk dromen: de eerste tere bloemetjes komen in de winter op, dan komt de lente met haar prille groen en steeds meer bloemen, ook aan de bomen en langzamerhand is het hoogzomer. De muziek zwelt aan en er is overal een zee van bloemen. Je ziet het als het ware gebeuren.
Maar natuurlijk kan iedereen hier zijn eigen dromen bij hebben. Ik weet ook helemaal niet wat de schrijver of componist met de Bloemenwals beoogde. Voor mij niet belangrijk.

Onderstaand een uitvoering van het New York City Ballet. Gedanst wordt de Bloemenwals uit De Notenkraker van Tsjaikovski.
Ik hoop dat u er net zo veel plezier aan beleeft als ik.

donderdag 3 januari 2013

Dagschema

Regelmatige lezers weten dat ik behept ben met het syndroom van Asperger.
Een van de problemen die Asperger met zich meebrengt is de dagindeling. Als ik die niet per dag maak met een lijst, kan het gebeuren dat ik die dag niets doe: er staat immers nergens wat ik die dag moet doen. Ik kan het dan ook niet zelf bedenken.

Afspraken met anderen, zoals lesgeven, op bezoek gaan of bezoek ontvangen, dat lukt meestal nog wel. Maar andere zaken komen wel in de knel. Er staat nergens iets, er schiet me niets te binnen, dus ik hoef niets, dus ik kan computeren of lezen.

Het heeft niets met intelligentie te maken, daar ben ik voldoende mee bedeeld, maar alles met autisme.

Als ik dus die lijst maak, weet ik de avond ervoor wat ik de volgende moet doen en kan ik me daarop geestelijk voorbereiden (heel belangrijk). Ook vergeet ik dan geen dingen, zoals afspraken of telefoontjes die ik moet doen. En ten derde: lege tijd wordt nuttig gebruikt want er staat dat ik het huishouden moet doen en wat, of de tuin of... vul maar in.

Zo'n lijstje kan er zo uitzien:

Huishouden: wc, verder niets
2x les
Opstaan
08.00
Pil innemen
08.30
Oefeningen
08.40
Ontbijt + medicijnen
09.00
Bed verschonen
10.00
Beddengoed wassen
10.15
Les voorbereiden
10.30-10.55
Tussendoortje 1
10.55
Lesgeven
11.00-13.00
Koken
13.00
Middageten + medicijnen
13.30
Oefeningen 2
15.00
Konijnen verzorgen
15.15
Katten verzorgen
15.40
Tussendoortje 2
16.00
Les voorbereiden
16.30-17.00
Avondeten + medicijnen
18.30
Container (oneven week)
18.55
Lesgeven
19.00-21.30
Oefeningen 3
21.40
Fruit
21.50
Cv laag
22.00
Wandelen
22.00-22.30
Nachtmedicijnen
22.55
Naar bed
23.00
Slapen
24.00

Als ik dan iets gedaan heb, vink ik het af. Ik kijk dan hoe laat ik het volgende moet doen. De tijden zijn minder relevant. Ik kan veel zaken iets eerder doen, of later (maar liever niet anders komt er misschien niets van). En in de lege tijd kan ik met een gerust hart computeren of lezen zonder me schuldig te voelen.

Soms lijkt het erg kinderachtig maar dat is het niet. Het geeft mij veel steun. Het is de enige manier om mij staande te houden.
Ik moet natuurlijk wel de lijst gebruiken. Ik woon alleen en heb dus helaas niemand die me erop attendeert de lijst te gebruiken, alleen 1x in de week mijn autismecoach.

Soms ben ik opstandig en heb ik een hekel aan de lijst. 'Altijd maar doen wat de lijst aangeeft. Ik ben toch geen robot.' Daarom geef ik mezelf op zondag vrij. Ik hoef dan niets, buiten de kerkdienst, het eten, de medicijnen en het vee verzorgen. En met de Kerst en Nieuwjaar heb ik mezelf ook vrijgegeven. Maar nu is het weer gewoon, enerzijds weer prettig, anderzijds moet ik weer naar mijn schema.
Vanaf vandaag is het weer sleur, en ja, daar voel ik me toch het prettigst bij.

dinsdag 1 januari 2013

Zalig Nieuwjaar

Zalig Nieuwjaar klinkt het heden,
welgemeend van mond tot mond.

De rest van het versje ken ik niet meer. We leerden het op school en moesten het thuis om 0.00 uur opzeggen.

Ik wens u allen veel heil en zegen in het nieuwe jaar.

Katootje en meisje Kees wensen alle dieren een goed jaar toe met veel lekkere brokjes en een goede gezondheid.