Op zondag aan het eind van de namiddag moesten we ook naar de kerk voor het Lof. Daar werd altijd het Magnificat (Loflied van Maria, Lucas 1, 46-55) gezongen. Echter, voor een kind kwam het Latijn niet altijd even goed de mond uit. De eerste regel luidt: Magnificat anima mea Dominium (Hoog verheft nu mijn ziel de Heer,). Wij zongen dan: "Magnificat, Annie mag mee naar opa toe". Maar wel heel zachtjes.
Erger was het in de Mis. In het Credo, de geloofsbelijdenis kwam op een gegeven moment de volgende zin voor: Et in Spiritum Sanctum, Dominum et vivificantem, qui ex Patre Filioque procedit. (Ik geloof in de heilige Geest, die Heer is en het leven geeft; die voortkomt uit de Vader en de Zoon.) Op een gegeven moment, ik zal nog een schoolkind geweest zijn, moesten we weer dat vivificantem zingen. Ik kreeg het mijn keel niet uit en bleef steken bij vivifififi. Mijn iets oudere broer moest daar om lachen. Sindsdien was het bij elke Mis raak: als dat vivificantem gezongen werd, keken wij elkaar aan en gniffelden stiekem, tot grote ergernis van onze ouders.
Het Latijn is voor een kind niet altijd even makkelijk. Maar toch heeft het wel iets bijzonders.
Een aantal jaren geleden was ik op bedevaart naar Echternach (Luxemburg). Daar kwamen katholieken bijeen uit zo ongeveer alle West-Europese landen. Maar samen zongen we het Credo, het Magnificat en vele andere Latijnse gezangen. Het was groots. Het maakt niet uit waar je vandaan komt, je spreekt dezelfde taal, je bent samen één wereldkerk.
Met dank aan Zeg nu zelf, voor de inspiratie.
Mooi verhaal. Mijn man zal dit wel herkennen. Hij is ook katholiek opgevoed.
BeantwoordenVerwijderenMooi is dat zeg, dat je eht latijn van huis uit ehbt meegekregen is wel heel bijzonder. En dat je het nu weet! Logisch dat je wel eens de fout in ging :-)
BeantwoordenVerwijderen