Pagina's

woensdag 27 februari 2013

Spelen

Dit artikel van Marja zette mij aan het denken over het spelen toen Greetje nog klein was.

Greetje was altijd wel buiten te vinden. Ze kwam uit een groot gezin en in haar buurt waren meer gezinnen met kinderen. Ze hoefde maar de weg op te lopen en er waren altijd wel ergens kinderen aan het spelen en dan deed ze mee. En of het nu zomer of winter was, dat maakte niet uit, Greetje was veel en graag buiten.

Als Greetje, lopend of fietsen, van school kwam, moest ze zich altijd eerst thuis melden. Moeder zat klaar met een kopje thee en een biscuitje. Daarna mocht ze buiten spelen, als ze al niet ging zwemmen of schaatsen.

Veel van die ouderwetse spelletjes werden gewoon op straat gespeeld. Greetje had het geluk aan een onverharde weg te wonen. Er was dus geen doorgaand verkeer in de straat. En in de jaren vijftig had nog niemand in de straat een auto. Vrij weinig autoverkeer dus, alleen soms van een leverancier. En in de verharde straten rond haar huis kwamen ook maar heel weinig auto's. Ze kon dus lekker op straat spelen, zonder verder ook maar enig speeltuig.

Bijvoorbeeld verstoppertje, blindemannetje, tikkertje. Greetje vond zelf beeldentrekkertje erg leuk. De kinderen gingen op rij op het trottoir staan en dan was er een kind op de weg die een voor een aan de kinderen trok. Ze moesten dan snel oversteken en op commando ineens stil blijven staan. Je had dan de leukste houdingen en daardoor 'beelden'. Ook zakdoekje leggen, schipper mag ik overvaren, stoepranden en witte zwanen, zwarte zwanen vond ze leuk.

Witte zwanen, zwarte zwanen!
Wie gaat er mee naar Engeland varen?
Engeland is gesloten
De sleutel is gebroken
Is er dan geen timmerman
Die de sleutel maken kan?
Laat doorgaan
Laat doorgaan
Wie achter is moet voorgaan!



Wat Greetje ook leuk vond, waren handenklapspelletjes, bijvoorbeeld: Ik stond laatst voor een poppenkraam. En bij het woord 'poppen' moest je met je beide handen klappen.



Ik stond laats voor een poppenkraam
Daar zag ik mooie poppen staan
Ik zei wat doen die poppen hier
Die poppen drinken poppenbier
Die poppen drinken poppenwijn
Wat zullen die poppen vrolijk zijn
Van al dat popppenbier en poppenwijn
 
Ik stond laatst voor een poppenkraam o, o, o.
Daar zag ik mooie poppen staan zo, zo, zo.
De poppenkoopman ging op reis.
De poppen raakten van de wijs.
Ze deden allemaal zo (doe iets geks)
Ze deden allemaal zo
Ze deden allemaal zo.

Later, toen Greetje een groter kind was, kwamen daar  hinkelen, bokspringen, steltlopen en bliklopen bij.  En natuurlijk touwtje springen, elastieken en hoelahoepen. Voor deze spelletjes had je, behalve bokspringen, wel iets nodig om te kunnen spelen. Er was altijd wel een kind dat iets had: krijt, touw, elastiek.  De vader van Greetje maakte zelf de stelten en de hoelahoep. En Greetje was altijd blij als ze doperwten aten, dan waren er weer conservenblikken voor het bliklopen.
Greetje was niet zo goed in dat soort spelletjes omdat haar motoriek niet zo goed was. Toch wilde ze altijd graag meedoen om erbij te horen. Dat ze dan snel af was en aan de kant stond, of hem vaak moest zijn, vond ze niet zo erg.

In het fietsenhok van de school was ook de ingang van de bibliotheek. Daar was een groot bordes. Ze gingen daarvanaf bokspringen. Elke keer een tree hoger. Greetje kwam nooit verder dan de vierde tree. Maar sommige meisjes kwamen wel tot aan de bovenste tree. Die kinderen waren maar moedig in haar ogen. Dat durfde Greetje niet.

Landpikkertje vond ze wel weer leuk en daar was ze ook goed in.

 En knikkeren en tollen. Daarvoor moest je knikkers hebben of een tol.
Thuis knikkeren was makkelijk. Even de hak in de grond zetten en draaien en er was een potje gemaakt. Maar knikkeren werd ook veel gedaan op de speelplaats van de school. Het was een oude school. In de muren zaten half boven en half onder de grond roosters. Daarvoor was een klein ruimte en dat waren ideale knikkerpotjes. Ook tollen werd veel op de speelplaats gedaan. Greetje woonde immers aan een onverharde weg, daar kon ze niet tollen.



Wat Greetje nooit begrepen heeft en ook nu nog niet begrijpt, is dat er een speciale tijd was voor de spelletjes. In die maand werd er dit gedaan, in de andere maand weer dat. Hoe wisten de kinderen dat?

7 opmerkingen:

  1. ow greet hahahaha ik lees je blog vlak voor het slapen gaan en dat was niet slim ..
    Genietend van je verhaal waarbij mijn herinneringen ook bovenkwamen en ik bedacht dat je verhaal een soort van boodschap zou bezitten zoals bijvoorbeeld dat we geen duur speelgoed bezaten en toch tevreden waren of zoiets.. nee.. Greet vraagt hoe kinderen wisten wanneer het tijd was voor een bepaald spelletje... hahaha nou ik zal er de hele nacht over piekeren hihi
    welterusten en liefs, Ellen

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De boodschap komt misschien nog wel een keer.

      Verwijderen
    2. ....
      Heb er niet van wakker gelegen hoor :-)
      maar na mijn 1e bakkie koffie kwam toch je vraag weer bij me boven..
      hahaha..
      Was vanmorgen nieuwsgierig of er iemand een 'antwoord' had maar nog niet dus.
      liefs, Ellen

      Verwijderen
  2. Mooi hè? Mijn moeder zegt altijd: de jaren vijftig waren het mooiste. Als je als kind heel tevreden en blij de hele dag kan spelen zonder iets van speelgoed, dan klopt alles gewoon. Als je ziet hoeveel bergen speelgoed veel kinderen vandaag de dag hebben en dan nòg niet weten wat ze willen doen.... Ik zie het bij mijn eigen neefjes en nichtjes.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een heerlijk logje met herinneringen. Ik weet niet wie of wat bepaalde waar het tijd voor was. Misschien de geboren leidertypes?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Landpikkertje, witte zwanen, ik deed ze ook. Poppenkraam ken ik het liedje wel, maar niet het handjeklapspelletje.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Herkenbaar! Volgens mij begon er gewoon één met knikkeren en volgden er meederen. En dan werd het knikkertijd.

    BeantwoordenVerwijderen