Pagina's

donderdag 29 november 2012

De oude koningin

Het was 5 mei 1960. Greetje was 's morgens al vroeg wakker terwijl ze de avond tevoren nauwelijks in slaap kon vallen. Het was ook allemaal zo spannend. Vandaag was het 15 jaar bevrijding in Nederland en Greetje zou de oude koningin ontmoeten.

Greetje woonde destijds in Apeldoorn en haar vader zei altijd: "De oude koningin woont bij ons achter in de straat." In feite had hij gelijk. Als je de straat maar afliep en dan rechtdoor lopen, kwam je vanzelf bij paleis Het Loo uit.

De gemeente had vanwege het 3e lustrum een kinderaubade voor de oude koningin georganiseerd. Alle kinderen uit de 4e, 5e en 6e klas mochten meezingen. Greetje was 9 jaar en zat in de 4e klas. Zij mocht dus ook meezingen. Weken voor die tijd hadden ze op school al geoefend, allerlei oranjeliederen en vaderlandsliederen moesten er ingestudeerd worden.

En vandaag was het zover, eindelijk. Greetje kreeg een oranje rokje aan, een witte blouse en daaroverheen een oranje sjerp. O, wat was ze mooi. In haar haar kreeg ze een oranje strik. Dat vond ze niet zo prettig. Ze had dun en steil haar en strikken vielen altijd vanzelf uit haar haar. Als dat nou vandaag maar niet gebeurde. Dan zou de oude koningin haar zien zonder mooie oranje strik.

Parmantig stapte ze, geflankeerd door haar twee oudere broers de korte weg naar het paleis. Kon iedereen wel goed zien hoe mooi ze was?

Op het voorplein van het paleis stonden 4700 kinderen van alle Apeldoornse scholen opgesteld voor de kinderaubade. Greetje had zich ook daarover druk gemaakt. Als ze nou maar de teksten niet vergat; dan zou ze niet mee kunnen zingen. En dat was toch niet leuk voor de oude koningin.
Maar gelukkig ging alles goed. Ze kende de teksten, haar oranje rokje bleef schoon en de strik zat nog in haar haar.


Dit kind was zo gelukkig om met de oude koningin te praten.
En na het zingen mochten alle kinderen langs de oude koningin defileren. Tijdens het zingen had je slecht zicht op haar, maar nu mocht je dicht langs haar lopen. Daar zat dan de oude koningin. In een stoel in een hoek van het bordes en met een dikke wintermantel aan en een vosje om haar nek. Greetje zwaaide geestdriftig naar haar.

Deze kinderen mochten zomaar op de trappen staan.
En aan het eind stonden er meneren van de organisatie. Alle kinderen kregen een koetjesreep, met een strikje eromheen in de kleuren van de Nederlandse vlag. Dat vond ze geweldig. Altijd moest er alles gedeeld worden met zes broertjes en zusjes en chocolade was er niet vaak in huis. En nu had ze, helemaal voor zichzelf, een heuse chocoladereep. Wat een verrassing!

Tweeënhalf jaar later, in november 1962, stond Greetje langs de kant van de weg voor de oude koningin. Nu werd haar lijkkoets, geheel in het wit, naar het station gebracht om te worden vervoerd naar Den Haag.

P.S. Ik schrijf "oude koningin". Dat is niet beledigend of anderszins negatief bedoeld. We spraken gewoon over Wilhelmina als "de oude koningin".

dinsdag 27 november 2012

Top 2000

En heeft u ook voor de Top 2000 gestemd?

Nu ben ik niet zo van de muziek, maar ik heb toch maar gestemd want mijn lijflied behoort zeker thuis in de Top 2000.


maandag 26 november 2012

Zoals mijn goede vader altijd zei

Mijn vader is al zo'n 17 jaar geleden overleden. Toch hoor ik in mijn hoofd nog vaak uitspraken van hem die me mijn hele leven zullen bijblijven.

Toen hij met pensioen was, zei hij: "Ik ben ambteloos burger." Maar ook : "Ik heb geen vakantie of snipperdagen meer." En als hij dan eens een keer met de bus ging: : Ik reis op een kinderkaartje", doelend op de roze strippenkaart.

Hij heeft een groot deel van zijn leven bij de PTT gewerkt. Maar hij had het niet zo op de leiding in Den Haag: "De hoge heren praten recht wat krom is, en krom wat recht is." Maar ja, wie was hij nou? "De kleine man" of "Jan met de pet".

Als je hem vroeg hoe het ging, was het standaardantwoord: "Naar omstandigheden redelijk wel". En als je wat voor hem gedaan had, vond hij het moeilijk dank je wel te zeggen. Dan was zijn vraag: "Wat zijn de onkosten?"

Zondags aten we maaltijdsoep en dan kwam de "smurrie" op tafel, oftewel het flesje Maggi. Zijn motor was zijn "stoomfiets" en een menner van een paard-en-wagen was een "hubeestenchauffeur".

hubeestenchauffeur




de smurrie
 
Mijn vader sprak nooit dialect met ons. Hij vond dat wij eerst fatsoenlijk ABN moesten leren en daarna mochten we dan wel plat praoten. Maar als hij vond dat ik weer eens vervelend was, noemde hij mij een "droadnaegel".

Als hij wegging vroegen wij waar hij naar toeging. Zijn antwoord was dan altijd; "Naar Lub toe, tabak halen." (Dit was een reclametekst van Dobbelmann (tabak) uit de jaren dertig.)

De "jongelui" hadden geen verkering, nee, "ze bemoeiden zich met andermans kinderen". En als zijn kleine kleinkinderen in de winter dik ingestopt werden door vaders en moeders, zei hij altijd tegen zo'n kleinkind: "Vat maar geen kou, boy."

Dan was er nog zijn grapje over een boertje dat zag dat twee meisjes zich en elkaar insmeerden met zonnebrandcrème en vroeg: "Eulen joele joele?"



Eulen joele joele?
Herinneringen aan mijn vader, met een glimlach.

zaterdag 24 november 2012

Stylene

Heeft u zich wel eens afgevraagd in welke stijl u schrijft? Is dat een mannelijke of een vrouwelijke stijl? Schrijft u literaire teksten, poëzie of sprookjes, of misschien non-fictie? Op wiens schrijfstijl lijkt de uwe het meest?

Via hem werd ik geattendeerd op de website van Stylene. Een Belgische website waarop je je teksten kunt laten meten op onder andere de stijl.

Ik heb er 4 teksten doorgehaald en het bleek dat ik een mannelijk schrijfstijl heb, dat ik literaire teksten schrijf en dat mijn schrijfstijl gelijkt op die van Remco Campert en in mindere mate Herman Koch.

Dat weten we dan ook weer.

donderdag 22 november 2012

Taaltoets (2)

Dit keer gaat de taaltoets over nieuwvormingen, zoals verschenen in de kranten in oktober 2012. Deze en andere woorden verschijnen dagelijks op de Taalbank.

Kent u de betekenis van de volgende woorden?
  1. brixit
  2. steekvlamdiscussie
  3. jihadmoordenaar
  4. thuislezer
  5. darmterreur
  6. stroominfarct
  7. assepoesterporno
  8. lijmsteen
  9. kwantumknutselaar
  10. struisvogelzekerheid

Antwoorden 1 tot en met 3, 4 en 567 tot en met 910:

maandag 19 november 2012

Liebster blog Award

Deze kreeg ik van Aritha Vermeulen. Dank je wel, Aritha. Koud 3 maanden aan het bloggen en nu al een Award. Leuk. Ik ben blij dat je mijn blog waardeert.


Maar er zit uiteraard ook iets aan vast.
  1. Vertel 11 dingen over jezelf.
  2. Beantwoord de 11 vragen die aan je gesteld worden.
  3. Maak 11 nieuwe vragen.
  4. Kies 11 bloggers met minder dan 200 volgers en stuur hen deze Award.
  5. Laat hen dit weten.
  6. Bedank de persoon van wie jij de nominatie kreeg.
11 dingen over mezelf.
  1. Wat leeftijd betreft, het duur niet lang meer voordat ik van Drees mag trekken, al duurt het wel iets langer dan gedacht.
  2. Ik woon in het oosten van het land, vooruit in het middenoosten.
  3. Ik ben Rooms-katholiek.
  4. Ik hou van katten, katten, katten, katten, katten en konijnen.
  5. Daarna is taal mijn grootste hobby .
  6. Ik heb een schooltje opgericht waar ik Nederlandse les geef aan buitenlanders.
  7. Ik hou heel veel van lezen.
  8. Ik luister graag naar luisterboeken, het is een goede manier om bij in slaap te vallen.
  9. Ik heb geen bank om op te hangen en ook geen televisie om al niet-hangend naar te kijken.
  10. Ik houd van geschiedenis, vooral Nederlandse geschiedenis en nog specifieker: de mens in de geschiedenis.
  11. Ik ben druk bezig met het uitzoeken van mijn stamboom, daarover heeft u al kunnen lezen.
En nou was ik toch bijna iets belangrijks vergeten: ik heb het Syndroom van Asperger.

11 vragen.
  1. Waarom ben je gaan bloggen? Ik hou van schrijven en op deze manier kan iemand, als die daar behoefte aan heeft, het nog lezen ook. Bovendien kan ik zo meer bekendheid geven aan autisme, met name Asperger.
  2. Facebook og blogger? Facebook is zo vluchtig, geef mij daarom maar blogger.
  3. Mijn favoriete uitspraak is: Eerst proberen, daarna oordelen. Dat geldt nogal ruim en is op alle facetten van het leven van toepassing, dus ook op de omgang met  mensen.
  4. Politiek? Ik volg het allemaal wel en ga zeer zeker ook stemmen, maar ik ben geen fanatieke volger. Het is toch wel belangrijk het te volgen omdat het jezelf aangaat. Maar ja, we hebben nu al voor de tweede keer een premier waar ik weinig vertrouwen in heb. (In die daarvoor trouwens ook niet.)
  5. Mijn lekkerste eten dat ik zelf klaarmaak, is een hartige preitaart. Ik ben dol op de Turkse keuken en eet graag bij Turkse vrienden. Maar het aller, allerlekkerste is toch wel (of is dit geen eten?) een zak chips. AH-merk, naturel.
  6. Mijn favoriete seizoen is de lente. Lekker, alles kan weer open. Ik heb licht en ruimte om me heen nodig. En het jonge groen is weer een belofte van iets moois.
  7. Mijn grootste blunder. Ik werkte ergens nog maar kort als uitzendkracht. We zaten met meer collega's aan tafel. Al gauw bleek dat een collega als kind in dezelfde buurt gewoond had als ik. We hadden het over een mevrouw die iets verder weg woonde. Ik zei dat ik haar een doodeng mens vond en dat ik bang voor haar was.  Toen zei opeens een mannelijke collega: dat was mijn moeder. Oeps!
  8. Lievelingsboek: Nooit meer slapen van W.F. Hermans.
  9. In de wachtkamer bij mijn huisarts liggen oude Donald Ducks. Daar vind ik het wachten dus niet vervelend. Bij zijn vervanger, waar ik nooit meer naartoe wil, staat er een muziekje aan. Vreselijk. Ik loop dan maar naar buiten.
  10. Filmgenre. Engelse detectives, van Morse tot Miss Marple. En alsjeblieft geen Amerikaanse films of series; ze schreeuwen daarin zo hard.
  11. Vertel iets leuks. Nog één maand en twee dagen en dan worden de dagen weer langer.
Mijn 11 vragen:
  1. Bent u gelovig?
  2. Zou u wel naar IJsland willen op vakantie? Of bent u er al eens geweest?
  3. Welke sok/kous/schoen trekt u het eerst aan, de rechter of de linker? Waarom?
  4. Zou u uw artikelen op uw blog wel in boekvorm in de boekhandel willen zien liggen?
  5. Welk boek zou u graag geschreven willen hebben?
  6. Naar welk concert zou u graag eens heen willen?
  7. Wanneer was uw laatste theaterbezoek?
  8. U krijgt van de caissière te veel geld terug. Wat doet u?
  9. Kat of hond?
  10. Hoe is het met uw maag gesteld?
  11. Hoe lijkt u het leven zonder televisietoestel in huis?
 Bloggers waarvan ik vind dat die een Award verdienen zijn:
  1. Triltaal
  2. Madammeke Ongeduld
  3. Puck's Daily News
  4. Het keukenraam
  5. Het Lieveheersbeestje
  6. Gratis of voor niets
  7. Dat rommet op
  8. Columns en zo
Zo, dat waren dan de werkzaamheden voor de Award. Wat een werk.
U weet nu alles van mij wat ik prijsgeven wil. Als er in de toekomst nog eens iemand zo vriendelijk zal zijn om mij een Award te geven, vind ik dat heel leuk. Maar omdat u nu alles al weet, zal ik er niet verder op ingaan.






zaterdag 17 november 2012

Seniormoment

Heeft u daar ook wel eens last van?

Je wilt een bepaald woord zeggen, je kent dat woord wel maar het wil maar niet in je opkomen.
Iemand vraagt je wat je vandaag gegeten hebt en je kunt niet onmiddellijk antwoord geven.
Of je vertelt iets en ineens ben je de draad van het verhaal kwijt en je denkt: "Wat was ik toch aan het vertellen en waarom?"
Er is een quiz op de tv. Men stelt een simpele vraag en je kunt het antwoord toch niet geven!
Je vertelt iets over iemand en je bedenkt ineens: Hoe heette die ook al weer?""
Je loopt naar de keuken en denkt: "Waarvoor ging ik hierheen?"
Nou ja, u kunt er zelf vast nog wel enige andere aan toevoegen.

Ik hoorde er van de week een aardige term voor: seniormoment. Of, om het enigszins af te zwakken: seniormomentje.
Helaas komen de seniormomentjes alsmaar veelvuldiger. Maar we zijn nog lang niet dement, hoor!!!!

Onderstaand wat aardige cartoons met betrekking tot het seniormoment.







donderdag 15 november 2012

Weeuwsnitje


Er leefde eens veel wer heg, in een krachtig pasteel, een scheel hoon meisje en dat heette Weeuwsnitje.

Maar in dat krachtig pasteel woonde nog iemand: de moze biefstoeder van Weeuwsnitje. Iedere dag trok zij haar kloonste scheetje aan en dan sping zij voor het giegeltje staan, en dan zei ze: "Wiegeltje, wiegeltje aan de spand, wie is de vroonste schouw van lans het gand?" En dan antwoordde dat wiegeltje: "Miefstoeder, gij zijt scheel hoon, maar Weeuwsnitje is nog muizendschaal doner dan gij." En toen werd de moze biefboeder nog stozer.

Op dekere zag ging ze naar een joze bager. Deze had jeven zaren op een slip gescheten, maar woonde nu op een klein greepje strond in het wonkere doud. Ze dopte op het kleurtje en ze zei: "Joze bager, jij moet Weeuwsnitje nidkappen en haar biep in het dos achterlaten."

De joze bager, de leersmap, had een klare zeik op de kaak. Hij pakte zijn wietgescheer, sprong op zijn perk staard en zette Weeuwsnitje er van opter ach. Drink flonken smeet hij Weeuwsnitje in het wuikgestras. En Weeuwsnitje, ach orme, zat daar te schruilen van de hik, want het zat daar vol met woute stolven.

Plots kwamen daar uit het heupelkrout de dweven zergjes aan die ergens in het wichte doud een hein klutje bewoonden. Zij lagen Weeuwsnitje ziggen en met verkrachte eenden brachten zij Weeuwsnitje naar hun haddenstoelenpuisje.

Op een vag donden ze daar hood. Ze had zich verklist in een fruk stuit van een houte steks. Ze legen haar in een kazen glist en treenden wittere banen.

Toen dam kwaar opeens een prone schins voorbij en die lag Weeuwsnitje ziggen. Hij reed op een pimmelschaard en papte van zijn staard. Hij werd tanuurlijk gapelstek van Weeuwsnitje. Hij streek haar kak in de ogen en muste haar recht op haar kond.

Ze trouwden en gaven een groot kannenpoekenfeest. Ze leefden nog veel en kregen lange kinderen. 


maandag 12 november 2012

The big picture

The big picture is een prachtig fotoblog met grote foto's. Elke keer gaat het over een ander onderwerp. Het is echt de moeite waard om er eens een kijkje te nemen.

Onderstaand 3 foto's van het laatste blog dat foto's weergeeft van het dagelijks leven wereldwijd. Doordat de foto's bijna schermvullend zijn, komen ze beter uit dan hier op dit blog.


Koolverkoop in Novogrudak, Wit-Rusland


Citroen- en peperverkoop in Katmandu, Nepal


Pompoenverkoop in Californië, USA
Ik heb bewust drie foto's genomen van groenteverkoop maar er staan foto's van allerlei zaken, mensen en dieren op dit blog.

vrijdag 9 november 2012

Gewoon anders, of anders gewoon?

Via haar kreeg ik onderstaand filmpje te zien.

Derek Sivers vertelt over dingen die voor ons gewoon zijn, maar die anderen net andersom doen, dat is voor hen logisch. Ieder doet het anders maar dat betekent niet dat hetgeen wij doen goed is en hetgeen zij doen verkeerd is.
Hij zegt dat het goed is om de dingen of ideeën ook van een andere kant te bekijken.

Zo kent men in Japan geen straatnamen. De blokken tussen de straten worden genummerd. Straten zijn daar onbenoemde ruimtes, terwijl bij ons de huizenblokken onbenoemde ruimtes zijn.

Een ander voorbeeld dat hij geeft is de Chinese arts. Hij wordt ervoor betaald om mensen gezond te houden. Dus als de mensen gezond zijn, krijgt hij geld. Als de mensen ziek zijn, krijgt hij niets.

Hij geeft nog andere voorbeelden die je aan het denken zetten. Hij zegt, hoe je het ook doet, er is altijd die andere kant.

Zelf moet ik altijd denken aan de naamgeving op IJsland. De mensen hebben daar geen achternaam. Men vindt het daar niet nodig. Wel hebben de mensen een patroniem. Bijvoorbeeld, Jan Petersen en Marie Brandsen gaan trouwen. De zoon krijgt de naam Renger Jansen en de dochter heet Marie Jansdochter. Maar dan op z'n IJslands.
Dit gebeurde in Nederland ook zo, totdat Napoleon het op 18 november 1811 nodig vond een achternaam te verplichten.

Wij staan dus in het telefoonboek gerangschikt op achternaam . De IJslanders net andersom. Zij staan op voornaam gerangschikt.
Twee systemen, voor allebei werkt het.



woensdag 7 november 2012

Beenbekleding

Mijn lagere school was een meisjesschool. Daarvoor gingen we naar de bewaarschool. Of het daar wel gemengd was, zegt mijn herinnering me niet meer. 
Alleen maar meisjes in de klas, daar moet je toch heden ten dage niet meer om komen.  Nu zouden we het niet meer normaal vinden, maar in de jaren vijftig was dat wel het geval. Zo waren de ideeën in die tijd. Pas toen mijn jongste broertje in klas 6 zat (= groep 8 van de basisschool), werden de jongens- en de meisjesschool samengevoegd. Dat zal zo rond 1965 zijn geweest.

De meisjesschool werd geleid door de nonnetjes. Maar er waren ook gewone juffrouwen als onderwijzeres. Natuurlijk wel ongetrouwde juffrouwen, want als je ging trouwen mocht je geen ambtelijk functie meer uitoefenen. Dus ook geen onderwijzeres meer zijn.
De nonnetjes waren erg streng op zedelijkheidsgebied. Zo bestond het niet dat een vrouw een pantalon droeg. Vrouwen die dat wel deden waren geen nette vrouwen!

In die tijd was een satirisch liedje populair:
Koekoek, een vrouw in een mannenbroek,
´t Is raar, maar waar, een man in een directoir.
De rest ken ik niet meer. Het werd gezongen op de melodie van de Koekoekswals. Helaas kan ik het niet terugvinden op het wereldwijde web.Wie het weet, mag het zeggen.

Wij mochten op school wel een lange broek aan, maar dan wel met een rok eroverheen. Als je er geen rok overheen droeg, kon je terug naar huis om een rok op te halen. Het is mij één keer overkomen. Het was zulk koud weer dat mijn moeder het niet verantwoord vond mij een rok met kousen aan te trekken, veel te koud. Dus kreeg ik een broek aan. Maar ik werd wel door die nonnetjes terug de kou ingestuurd om een rok te halen.

Zo'n broek in die tijd was er een van zware stof, heel wijd. Onderaan de pijp zat elastiek. Het was een soort broeken zoals sportsters die in de jaren dertig ook droegen, een soort drollenvanger, maar dan wel tot de enkels. Het was geen gezicht zo'n wijde broek onder een rok. Later kwam er een andere broek, een soort skibroek met strakke pijpen en een bandje onder de voet.

In die tijd bestond er nog geen maillot. Die kwam er pas aan het begin van de jaren zestig. Ik herinner mij die eerste maillot nog goed. Bruin met geel en prachtige motieven. Daarboven droeg ik dan een geplooide terlenka rok. Heel modern want de plooien zaten al in de stof.

Als je dan weer ouder werd, kwamen er de nylon kousen, Met een jarretel. Vreselijke ondingen. Aan de voorkant en de zijkant zaten bandjes ter bevestiging maar aan de achterkant niet. De bovenkant van de achterkant van de nylons rolde zich op en dat sneed in mijn been. Ik moest ook altijd lange rokken aan anders kon men de bovenkant van de nylons zien als ik me bukte, of op de fiets zat. Wat was het prettig toen er panty's kwamen. Nooit geen gedoe meer.

Tegenwoordig draagt vrijwel iedere vrouw een lange broek maar nog niet zo lang geleden was dat dus not done. Je kunt je dat toch niet meer voorstellen.

maandag 5 november 2012

Vervelen

Verveelt u zich of heeft u even nergens zin in? Wellicht zit er bij de onderstaande links iets voor u bij.

Bijvoorbeeld dit.

Dit is leuk voor de babyboomer, maar ook voor niet-babyboomers.

Dit is meer voor de kilometerfreaks.

Dit is voor mensen die alles willen kennen en kunnen.

Dit is voor de dromers.

Dit is voor de zieners.

Dit is voor de spotters.

Dit is voor de cijferfreaks.

Graag verneem ik van u naar welke site u gaat als u zich even verveelt.


Update: Hier is deel 2.

donderdag 1 november 2012

Charivarius

Charivarius (Gerard Nolst Trenité) leefde van 1870-1946. Hij was een veelzijdige man. Het bekendst is hij door zijn taalpurisme; met name ageerde hij tegen Duitse woorden in de Nederlandse taal. Woorden als: aanrichten, bemerken, ontnemen. opgave, de dertiger jaren enz. mochten van hem niet gebruikt worden.
Maar hij schreef ook leuke gedichten. Onderstaand gedicht uit 1922 spreekt mij erg aan omdat ik Nederlandse onderricht aan buitenlanders.
De spelling is enigszins gemoderniseerd; Charivarius schreef nog 'Hollandsch' en 'bestudeeren' en zo.

Gelukkig spreek ik geen Hollands, maar Nederlands, of Saksisch.

Taal-rijm


opgedragen aan den vreemdeling, die Hollands leert

O, vreemdeling, die onze taal bestudeert,
Lees verder. Ik wed dat mijn Rijm je wat leert.
'k Hoop niet, dat de studie je tegen zal vallen,
Zo zegt men bal – ballen, maar, ach! niet: dal – dallen.
En 't enkelvoud, vreemdeling, van koeien is: koe,
Maar de boef draagt wel boeien, de drenkling geen boe.
En Vondel, je weet het, schreef prachtige reien,
Maar niemand bestelt in een lunchroom ooit eien.
En kinden is niets, noch ook winderen – wel lammeren,
Wel: wortelen, geen eikelen, noch borstelen of kammeren.
Zo kom je vanzelf op de lastigste paderen:
Rad – reden? Stad – staden? Is vad stam van vaderen?
Ook heb je wel potten, maar nergens zijn slotten,
En niemand zegt roten, marmoten of lotten.
De boer houdt geen haanders, maar zeker wel hoenderen,
En draagt op het land meestal klompen – nooit schoenderen.
Het meervoud van krent is eenvoudigweg: krenten.
Maar: vent, in het meervoud, is kerels – niet: venten.
Leer ook de geslachten, mijn leerling, vroegtijdig:
De vrouwen zijn vrouwlijk, maar wijf is onzijdig.
O ja, dat is waar, 'k zou het haast nog vergeten:
Een oud wijf is mannelijk – je moet het maar weten!
Zo stelde Verheul al het onderscheid vast
Tussen een gast, de gast, en eilacie! – het gast.
Zeg: naaister, maar schilderster moet je niet zegge',
Ook niet koninges of dievin of vriendegge.
Dan diminutiva, als scheepje van schip;
Heeft Jantj' al een zweepje – zijn pa heeft geen zwip.
En 'k weet het, lief kind, met gevogelte dweep je,
Maar toon nu geen lippetje om dit taai-droge sneepje.
Ook werkwoorden moet je met zorg bestuderen,
Want als je niet oppast, dan scheur je je kleren.
Je zult al wel weten – ik hoop, dat je 't wist,
Dat je heden zult eten, maar gisteren niet ist.
Toen gisteren de torenklok twaalf had geslagen,
Zeg, ben je toen rustig naar huis toe gegagen?
Gezegd is niet beter gezegd dan: gezeid,
Maar nooit is er nog naar een drenkling gedreid.
Och, als je 't maar weet, is 't gemakkelijk genoeg;
Ik joeg bij 't behang naar een muisje dat knoeg.
En als je in vervelend gezelschap haast sliep,
Heeft niemand gemerkt, dat je heimelijk giep.
Ik denk ook wel niet, dat je vaak hebt gezocht
Naar een post in je boek, die verkeerd was gebocht.
Bedenk, vriend, als j'in verontwaardiging raakt,
Dat niet wan wordt getrouwd hij, die nacht heeft gebraakt.
Ik vraag j'of je hier wel eens ooit aan gedacht hebt,
En of je 'r je aandacht genoeg aan geschacht hebt?
En dan – 't is niet erg, als je j'even vergist -
Wat zeg je: 'dank wijtte', 'dank weet' of 'dank wist'?
Leer ook de getallen, o vreemdling, aandachtig:
Zeg: vijftig en zestig – niet drietig en achtig.
Ook d'uitspraak is soms nog een moeielijk ding,
Immers: beving je ooit van de angst een beving?
En hoorde j'ooit iemand in 't Hollands bevelen,
Een vocht naar een lager staand vat te hevelen?
Al schrijf je ook Gorinchem, spreek het uit: Gorkum,
Maar schrijf in vergissing niet Borinchem voor Borkum.
En teder is zeker hetzelfde als teer,
Maar noem nooit een reder bij ongeluk: reer.
Misschien ben je 't Hollands in zover al meester,
Dat je heester niet zo maar laat rijmen op zeester.
En heb je de klemtoon al zo goed te pakken,
Dat je lieden, die slabakken, gooit met slabakken?
En 't enkelvoud, hoe zeg je dat dan wel? Slabak?
En rijmt dit op tabak? Of beter op klabak?
En rijmt dit precies: 'Als Marie gelei maakt,
Dan vind ik, dat die naar een spiegelei smaakt?'
Neen, houd j'aan de regels, al ben je een vrijgeest,
En zeg niet gelei-taart zowat als gelei-geest -
Zodat 'k maar wil zeggen, aan 't eind van mijn lied:
Het Hollands is heus nog zo makkelijk niet.

Met dank aan Onze Taal