Mieke was in de keuken om de laatste
hand te leggen aan het eten van vanavond. Jannie en Piet bleven eten.
Gezellig zo samen, Jannie en Piet en Gerard en Mieke. Jannie was
iemand vol humor. Ze kon leuke verhalen vertellen. En schrijven ging
haar ook goed af. En daarom was ze vorig jaar ook een blog begonnen.
Ze had al meer dan honderd volgers, maar dat hadden er heel wat meer
kunnen zijn als haar teksten er verzorgder uit zouden zijn. Het
krioelde er van de fouten. Hoofdletters en punten, de belangrijkste
ingrediënten voor een zin ontbraken er. 't Kofschip? Nooit van
gehoord. Nog eens overlezen? Niet nodig. Rode kringeltjes onder een
woord? Waar zijn die voor? Moeilijke woorden schreef ze, zoals ze
praatte. “Is toch veel makkelijker om te lezen!” Aaneenschrijven?
Jannie had last van bindingsangst.
Mieke had weleens geprobeerd het aan te
kaarten door te zeggen dat Jannie geen respect voor haar lezers had,
maar dat werd weggewuifd. “Ach, ze weten heus wel wat ik bedoel.”
Zo, de soep was klaar. Haar erwtensoep,
een recept van haar grootmoeder, was vermaard. “Ha, heerlijk,”
zeiden de anderen, “erwtensoep van Mieke!” Gerard schepte de
borden goed vol met voor ieder een groot stuk rookworst.
Toen begon men te eten. “Hè, bah,
vies, bllll, jakkes”, klok het uit de monden.
“Wat is dit? Wat heb je nou gemaakt?”
vroeg Jannie.
“Erwtensoep.”
“Oké, er zitten erwten in, maar waar
is het varkensvlees, het spek en het zout? Dit is echt snert.”
“Ach,” zei Mieke, “het eten zelf
is niet zo belangrijk, je weet toch wat ik bedoel door jullie uit te
nodigen.”
“Maar dit is echt snert. je hebt niet
erg je best voor ons gedaan.”
“Klopt,” zei Mieke, “net als jij
met je verhaaltjes.”
Dit is de WE voor de maand november. Het woord dat niet gebruikt mocht worden is 'spellen'.
Kijk bij Plato voor meer WE-verhalen.