Op mijn artikel
Moedeloos kreeg ik een aantal reacties die me deden besluiten een vervolg te schrijven en iets meer te vertellen.
Eind januari lag ik klaar in het ziekenhuis in Nieuwegein, zo'n honderd kilometer van mijn woonplaats, om gedotterd te worden. Daar kreeg ik te horen dat ik een forse bloedarmoede had met ijzertekort. Ik kon onverrichter zake weer terug naar het ziekenhuis in mijn woonplaats, omdat men het niet aandurfde mij in dit stadium te dotteren.
's Morgens mocht ik nog met eigen vervoer naar Nieuwegein, maar terug moest ik met de ambulance, hoewel er niets gebeurd was. Verzekeringstechnisch schijn je niet zelf van het ene ziekenhuis naar het andere ziekenhuis te mogen.
In mijn eigen ziekenhuis kreeg ik onmiddellijk twee zakken bloed toegediend. Ik vroeg waarom want ik had het gevoel dat mij niets mankeerde. (Ik ben eigenlijk het tegenovergestelde van een hypochonder.) "U zult wel merken waarom als het bloed in uw lichaam zit." Nou en of ik het gemerkt heb. Mens, wat voelde ik me onmiddellijk stukken opgeknapt. Ik ben nog steeds die man of vrouw dankbaar die zijn of haar bloed heeft afgestaan om mij beter te maken. Zulke mensen zijn goud waard.
Die bloedtransfusie is maar een tijdelijke oplossing, er moest wel gezocht worden naar de oorzaak. Men dacht aan een inwendige bloeding ergens tussen slokdarm en anus. Ik werd dus doorgestuurd naar de maag-, darm- en leverarts. "We willen een gastroscopie en een coloscopie bij u doen, daarbij onderzoeken we de slokdarm, de maag, de twaalfvingerige darm en de dikke darm."
Maar een afspraak daarvoor is niet zo gemakkelijk gemaakt. Vijf weken wachttijd!
Twee weken geleden las ik op NOS nieuws het bericht dat darmpatiënten langer moeten wachten vanwege het bevolkingsonderzoek op darmkanker dat vorig jaar begonnen is. Er blijken niet genoeg MDL-artsen te zijn om het extra werk dat het onderzoek met zich meebrengt, te kunnen uitvoeren. Daarom moeten patiënten die 'echt klachten' hebben langer dan normaal op een kijkonderzoek wachten. Vooraf is het aantal artsen om de patiënten te kunnen onderzoeken verkeerd ingeschat. De komende jaren worden daarom meer artsen opgeleid.
Ik ben een groot voorstander van dit soort bevolkingsonderzoeken.
Frederique schreef gisteren nog over zo'n onderzoek. Hoe eerder je (darm)kanker kunt opsporen, hoe beter de genezingskansen zijn. En ook kun je uitsluiten dat jij de ziekte hebt. Het blijkt dat er in de eerste helft van 2014 763 mensen zijn opgespoord die deze ziekte hebben. Het onderzoek is dus bepaald niet nutteloos. Mooi. Maar denk ook aan de consequenties.
Maar, als dat dan betekent dat ik, vijf weken moet wachten alvorens ik een coloscopie kan ondergaan, ben ik er, heel egoïstisch, niet zo blij mee. Vijf weken wachten voordat je te horen krijgt of je wel of geen darmkanker hebt. Ook ziekenhuizen in de omgeving hanteren wachtlijsten van vijf weken of langer.
En dan kreeg ik te horen dat ik nog geluk had. Hartpatiënten krijgen geen roesje zoals anderen maar een lichte narcose. Daar is een anesthesioloog bij aanwezig. Voor deze patiënten houden ze ruimte vrij en omdat het de laatste tijd niet zo druk was met hartpatiënten kon ik al na 3 1/2 week terecht. Al???
Afgelopen maandag was het onderzoek. Niets gevonden, op een poliepje in de dikke darm na. Het lijkt mooi dat ze niets gevonden hebben, maar hadden ze maar wel iets tamelijk onschuldigs gevonden, bijv. een maagzweer. Nu moet ik weer nare onderzoeken ondergaan en wat staat me daarbij te wachten. Weer gaat er tijd overheen. En de oorzaak van de bloedarmoede moet opgespoord worden, want na de bloedtransfusie was mijn bloedarmoede weer toegenomen. Bovendien kan ik dan nog steeds niet gedotterd worden. En dan moet er daarna ook nog een behandeling aan mijn been gebeuren.
Ik ben niet meer zo moedeloos als ik eerder was, maar dat het me nu erg goed gaat is wel wat te veel gezegd. Toch heb ik me voorgenomen om meer te gaan bloggen en bij jullie te gaan lezen.