Zijn belevenissen zijn te vergelijken met die van Tijl Uilenspiegel uit het Nederlandse en Duitse taalgebied. Al vanaf eeuwen her tot vandaag de dag doen er een paar honderd verhalen over hem de ronde. Deze verhalen gaan over zijn wijsheden, listen, rechtvaardigheid, bedrog, grappen en slimheid.
Ik ben erg gecharmeerd van de verhalen van Nasreddin Hodja, vooral van die waar hij de mensen een spiegel voorhoudt. Onderstaand drie van mijn favoriete verhalen.
Nasreddin Hodja was naar de markt geweest en had daar een grote zak aardappelen gekocht want ze waren goedkoop. Hij gooide de zak op zijn rug en stapte op zijn oude ezel. De ezel liep langzaam richting huis. Onderweg kwam hij een vriend tegen. De vriend vroeg: "Maar Nasreddin, waarom draag je die zware zak met aardappels zelf? Hang hem toch aan de ezel." "Nee," zei Nasreddin, "zie je dan niet dat die ezel het al moeilijk genoeg heeft met mij op zijn rug? Als ik de zak er ook nog aan hang, kan het dier helemaal niet meer lopen. Ik heb zelf die zware zak gekocht, nu moet ik hem ook zelf dragen!"
Nasreddin Hodja krijgt bezoek. Zijn vrouw wil eten koken, maar ze heeft geen grote pan. Daarom gaat Nasreddin naar de buurman en vraagt aan de buurman of hij zijn grote pan kan lenen. De buurman vindt het goed en geeft hem zijn grootste pan.
De volgende dag brengt Nasreddin Hodja de pan terug naar de buurman. Nasreddin zegt dat de pan vannacht een kindje gekregen heeft. De buurman kijkt in de pan en ziet een klein pannetje. " O, wat leuk," zegt de buurman.
Een maand later heeft Hodja Nasreddin weer bezoek en hij gaat weer naar de buurman om zijn pan te vragen. De volgende dag gaat hij naar de buurman en zegt tegen hem dat zijn pan is overleden. "Overleden?" vraagt de buurman. "Ja," zegt Nasreddin, "de vorige keer heeft de pan een kindje gekregen, maar nu is hij overleden. Daarom kan ik hem niet teruggeven."
Nasreddin Hodja heeft een uitnodiging gekregen voor een feestmaaltijd. Hij komt laat thuis van zijn werk op het land en heeft geen tijd om zich om te kleden. Daarom gaat hij in zijn daagse kleren naar het feestmaal. Alle gasten zijn al aanwezig in hun mooiste kleren. Ze zitten thee te drinken terwijl de tafel gedekt wordt.
Als Nasreddin Hodja binnenkomt, komt de gastheer niet naar Nasreddin toe om hem welkom te heten. Niemand zegt wat tegen hem en niemand schenkt een glas thee voor hem in. Hodja wordt boos en gaat terug naar huis. Daar trekt hij een mooie, dure jas aan. Als hij weer terugkomt, staat het eten op tafel en worden de gasten gevraagd aan tafel te gaan.
Als de gastheer Hodja ziet, gaat hij naar hem toe en zegt: "Merhaba, Hodja. Hoe gaat het met u? Komt u naast mij zitten?" En hij schept het bord van Hodja vol met het lekkerste eten. Maar Hodja pakt een punt van zijn jas en stopt die in de soep. Alle gasten kijken verbaasd op en de gastheer zegt: "Maar Hodja, wat doet u nu?" "Ik laat de jas eten," zegt Hodja. "Maakt u een grapje?" vraagt de gastheer. "Nee," zegt Hodja, "ik heb nooit geweten dat een jas eet. Maar toen ik hier in mijn daagse kleren binnenkwam, werd ik niet welkom geheten en niemand bood mij een plaats aan. Toen ik in deze jas binnenkwam, gaf u mij de beste plaats en schepte u mijn bord vol met het lekkerste eten. Maar dat deed u voor de jas en niet voor de man die erin zit."
Ik ben erg gecharmeerd van de verhalen van Nasreddin Hodja, vooral van die waar hij de mensen een spiegel voorhoudt. Onderstaand drie van mijn favoriete verhalen.
Nasreddin Hodja was naar de markt geweest en had daar een grote zak aardappelen gekocht want ze waren goedkoop. Hij gooide de zak op zijn rug en stapte op zijn oude ezel. De ezel liep langzaam richting huis. Onderweg kwam hij een vriend tegen. De vriend vroeg: "Maar Nasreddin, waarom draag je die zware zak met aardappels zelf? Hang hem toch aan de ezel." "Nee," zei Nasreddin, "zie je dan niet dat die ezel het al moeilijk genoeg heeft met mij op zijn rug? Als ik de zak er ook nog aan hang, kan het dier helemaal niet meer lopen. Ik heb zelf die zware zak gekocht, nu moet ik hem ook zelf dragen!"
Nasreddin Hodja krijgt bezoek. Zijn vrouw wil eten koken, maar ze heeft geen grote pan. Daarom gaat Nasreddin naar de buurman en vraagt aan de buurman of hij zijn grote pan kan lenen. De buurman vindt het goed en geeft hem zijn grootste pan.
De volgende dag brengt Nasreddin Hodja de pan terug naar de buurman. Nasreddin zegt dat de pan vannacht een kindje gekregen heeft. De buurman kijkt in de pan en ziet een klein pannetje. " O, wat leuk," zegt de buurman.
Een maand later heeft Hodja Nasreddin weer bezoek en hij gaat weer naar de buurman om zijn pan te vragen. De volgende dag gaat hij naar de buurman en zegt tegen hem dat zijn pan is overleden. "Overleden?" vraagt de buurman. "Ja," zegt Nasreddin, "de vorige keer heeft de pan een kindje gekregen, maar nu is hij overleden. Daarom kan ik hem niet teruggeven."
Nasreddin Hodja heeft een uitnodiging gekregen voor een feestmaaltijd. Hij komt laat thuis van zijn werk op het land en heeft geen tijd om zich om te kleden. Daarom gaat hij in zijn daagse kleren naar het feestmaal. Alle gasten zijn al aanwezig in hun mooiste kleren. Ze zitten thee te drinken terwijl de tafel gedekt wordt.
Als Nasreddin Hodja binnenkomt, komt de gastheer niet naar Nasreddin toe om hem welkom te heten. Niemand zegt wat tegen hem en niemand schenkt een glas thee voor hem in. Hodja wordt boos en gaat terug naar huis. Daar trekt hij een mooie, dure jas aan. Als hij weer terugkomt, staat het eten op tafel en worden de gasten gevraagd aan tafel te gaan.
Als de gastheer Hodja ziet, gaat hij naar hem toe en zegt: "Merhaba, Hodja. Hoe gaat het met u? Komt u naast mij zitten?" En hij schept het bord van Hodja vol met het lekkerste eten. Maar Hodja pakt een punt van zijn jas en stopt die in de soep. Alle gasten kijken verbaasd op en de gastheer zegt: "Maar Hodja, wat doet u nu?" "Ik laat de jas eten," zegt Hodja. "Maakt u een grapje?" vraagt de gastheer. "Nee," zegt Hodja, "ik heb nooit geweten dat een jas eet. Maar toen ik hier in mijn daagse kleren binnenkwam, werd ik niet welkom geheten en niemand bood mij een plaats aan. Toen ik in deze jas binnenkwam, gaf u mij de beste plaats en schepte u mijn bord vol met het lekkerste eten. Maar dat deed u voor de jas en niet voor de man die erin zit."
:-) verhalen met een boodschap
BeantwoordenVerwijderenbedankt het was leuk om te lezen !
Liefs,
Ellen
Grappig verhaal, ik ken het hele figgurtje niet.
BeantwoordenVerwijderenKleren maken de man , maar niet de mens erin!
BeantwoordenVerwijderenLeuk verhaal orgineel