Ik plaats het hier integraal met toestemming van de eigenaar de heer Anton de Wit (geen familie). Zijn website Anton de Wit kunt u hier vinden. Ik lees zijn berichten graag.
Een kerkelijke koerswijziging?
“Wie is de hoogste? Je vergist je geweldig, als je meent dat te zijn!” Dat schreef Bernardus van Clairvaux rond 1145 aan de toen kersverse paus Eugenius III. De strekking van Bernardus’ even vrijmoedige als ontnuchterende brief, gepubliceerd onder de titel De consideratione: maak je geen illusies over het Petrusambt, het is een rotbaantje, en je bent niet de belangrijkste onder de bisschoppen, maar juist de ‘dienaar der dienaren’.
Nog altijd krijgen nieuwe pausen, naar verluidt, De consideratione cadeau. Ook paus Benedictus XVI – ongetwijfeld kende hij de tekst al goed – en ook zijn opvolger, die volgende maand gekozen zal worden. De ‘plaatsbekleder van Christus op aarde’ wordt kortom ruimschoots herinnerd aan zijn eigen onmacht en menselijke beperkingen. Het lijkt nu eerder nodig om de rest van de mensheid daaraan te herinneren. Want juist in seculiere kringen heerst een mal soort magisch denken over de macht van de paus.
Her en der klinkt in de reacties op het terugtreden van paus Benedictus een zekere euforie door, of op z’n minst een voorzichtige hoop: wie weet komt er nu een meer ‘progressieve’ paus, een ‘modernere’ paus – zelfs een paus die, in de woorden van de voorzitter van het COC ‘minder geobsedeerd is door homoseksualiteit’. Wie deze prille hoop de kop in wil drukken, wijst er op dat het college van kardinalen dat de nieuwe paus moet kiezen voor een belangrijk deel door Benedictus benoemd is en ‘dus’ zelf ook ‘aartsconservatief’ is.
Op de eerste plaats doet dit schematische denken in termen van progressief en conservatief het pontificaat van de bedachtzame Benedictus geen recht. En die zogenaamde ‘obsessie met homoseksualiteit’ is zelfs een hilarische karikatuur: het lijkt er meer op dat wij hier in Nederland een obsessie hebben met de paus en zijn – vooral vermeende – opvattingen over (homo-)seksualiteit. De beste man heeft zeer rijke en genuanceerde dingen gezegd en geschreven over de meest uiteenlopende onderwerpen – de economie, sociale rechtvaardigheid, milieuproblematiek, internationale conflicten, het gesprek tussen godsdiensten onderling en tussen religie en de seculiere wereld, enzovoort. Hij werd hier in Nederland enkel geciteerd en bekritiseerd wanneer de een of andere slecht lezende commentator méénde dat het over seks ging.
Maar de vertekening raakt niet alleen de persoon van paus Benedictus XVI, maar heel de kerk en het pausschap. We zijn zo gewend geraakt aan politieke metaforen, dat we vergeten dat de paus geen leider van een politieke beweging is, dat hij geen president is die zijn eigen politieke programma probeert door te drukken, geen CEO van een multinational die een nieuwe strategie kan implementeren. Zoals Nederland niet plots een ander land wordt wanneer Willem-Alexander straks Beatrix opvolgt, zo zal de katholieke kerk niet plots een andere kerk zijn wanneer er een nieuwe paus is. (Waarmee ook niet gezegd is dat het pausschap zonder meer met het koningschap te vergelijken is; maar dat is toch al reëler dan de vergelijking met een politicus of manager.)
Wie hoopt op een koerswijziging onder de volgende paus zal dus geheid teleurgesteld worden. Er komt geen koerswijziging, om het domme feit dat er geen koers is – althans, geen koers in de beperkte politieke of economische zin. De kerk is er niet om een of ander partijprogramma te verwerkelijken, noch om ‘groeimarkten’ aan te boren, maar om een samenhangend complex te bewaren en door te geven van waarden en waarheden, gedachten en gebruiken. Dat is méér dan de smaak of mening van een enkeling; de katholieke kerk is hoedster van een tweeduizend jaar oude traditie van denken en doen, stevig geworteld in een heilig boek dat ook al niet over één nacht ijs is gegaan. Natuurlijk, een paus kan zijn stempel en accenten zetten, maar hij zal als enkeling toch bescheiden moeten zijn over de eigen invloed op die ontzagwekkende traditie.
Kerkhistoricus Peter Nissen zei in een reactie op het pauselijk aftreden dat paus Benedictus XVI enkel ‘op de winkel heeft gepast’. Ik vermoed dat Nissen dat niet als compliment bedoelde, maar in het licht van de vermaningen van de heilige Bernardus van Clairvaux is het dat wel. Inderdaad, hij heeft op de winkel gepast, en dat is een eerbiedwaardige taak. En nee, paus Benedictus was geen mediagenieke superster zoals zijn voorganger. Zowel in zijn pontificaat als in zijn aftreden heeft hij bescheidenheid en menselijkheid betracht. En daarmee heeft hij precies laten zien waar het Petrusambt ten diepste om draait.
Nog altijd krijgen nieuwe pausen, naar verluidt, De consideratione cadeau. Ook paus Benedictus XVI – ongetwijfeld kende hij de tekst al goed – en ook zijn opvolger, die volgende maand gekozen zal worden. De ‘plaatsbekleder van Christus op aarde’ wordt kortom ruimschoots herinnerd aan zijn eigen onmacht en menselijke beperkingen. Het lijkt nu eerder nodig om de rest van de mensheid daaraan te herinneren. Want juist in seculiere kringen heerst een mal soort magisch denken over de macht van de paus.
Her en der klinkt in de reacties op het terugtreden van paus Benedictus een zekere euforie door, of op z’n minst een voorzichtige hoop: wie weet komt er nu een meer ‘progressieve’ paus, een ‘modernere’ paus – zelfs een paus die, in de woorden van de voorzitter van het COC ‘minder geobsedeerd is door homoseksualiteit’. Wie deze prille hoop de kop in wil drukken, wijst er op dat het college van kardinalen dat de nieuwe paus moet kiezen voor een belangrijk deel door Benedictus benoemd is en ‘dus’ zelf ook ‘aartsconservatief’ is.
Op de eerste plaats doet dit schematische denken in termen van progressief en conservatief het pontificaat van de bedachtzame Benedictus geen recht. En die zogenaamde ‘obsessie met homoseksualiteit’ is zelfs een hilarische karikatuur: het lijkt er meer op dat wij hier in Nederland een obsessie hebben met de paus en zijn – vooral vermeende – opvattingen over (homo-)seksualiteit. De beste man heeft zeer rijke en genuanceerde dingen gezegd en geschreven over de meest uiteenlopende onderwerpen – de economie, sociale rechtvaardigheid, milieuproblematiek, internationale conflicten, het gesprek tussen godsdiensten onderling en tussen religie en de seculiere wereld, enzovoort. Hij werd hier in Nederland enkel geciteerd en bekritiseerd wanneer de een of andere slecht lezende commentator méénde dat het over seks ging.
Maar de vertekening raakt niet alleen de persoon van paus Benedictus XVI, maar heel de kerk en het pausschap. We zijn zo gewend geraakt aan politieke metaforen, dat we vergeten dat de paus geen leider van een politieke beweging is, dat hij geen president is die zijn eigen politieke programma probeert door te drukken, geen CEO van een multinational die een nieuwe strategie kan implementeren. Zoals Nederland niet plots een ander land wordt wanneer Willem-Alexander straks Beatrix opvolgt, zo zal de katholieke kerk niet plots een andere kerk zijn wanneer er een nieuwe paus is. (Waarmee ook niet gezegd is dat het pausschap zonder meer met het koningschap te vergelijken is; maar dat is toch al reëler dan de vergelijking met een politicus of manager.)
Wie hoopt op een koerswijziging onder de volgende paus zal dus geheid teleurgesteld worden. Er komt geen koerswijziging, om het domme feit dat er geen koers is – althans, geen koers in de beperkte politieke of economische zin. De kerk is er niet om een of ander partijprogramma te verwerkelijken, noch om ‘groeimarkten’ aan te boren, maar om een samenhangend complex te bewaren en door te geven van waarden en waarheden, gedachten en gebruiken. Dat is méér dan de smaak of mening van een enkeling; de katholieke kerk is hoedster van een tweeduizend jaar oude traditie van denken en doen, stevig geworteld in een heilig boek dat ook al niet over één nacht ijs is gegaan. Natuurlijk, een paus kan zijn stempel en accenten zetten, maar hij zal als enkeling toch bescheiden moeten zijn over de eigen invloed op die ontzagwekkende traditie.
Kerkhistoricus Peter Nissen zei in een reactie op het pauselijk aftreden dat paus Benedictus XVI enkel ‘op de winkel heeft gepast’. Ik vermoed dat Nissen dat niet als compliment bedoelde, maar in het licht van de vermaningen van de heilige Bernardus van Clairvaux is het dat wel. Inderdaad, hij heeft op de winkel gepast, en dat is een eerbiedwaardige taak. En nee, paus Benedictus was geen mediagenieke superster zoals zijn voorganger. Zowel in zijn pontificaat als in zijn aftreden heeft hij bescheidenheid en menselijkheid betracht. En daarmee heeft hij precies laten zien waar het Petrusambt ten diepste om draait.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten