Zo rond halfvasten, als het droog was, begon de moeder van Greetje aan de voorjaarsschoonmaak. Voor Pasen moesten het huis en het gezin er immers op z'n paasbest uitzien.
Ze begon altijd boven. Eerst de meisjeskamer, dan de grote overloop waar een broer sliep en de ruimtes onder het schuine dak, dan de jongenskamer en van lieverlee zakte ze zo af naar beneden.
Bedden werden afgehaald en de dekens werden over de reling van het plat te luchten gelegd. Matrassen gingen ook naar het plat om te worden gelucht en geklopt. En ook de kleedjes voor het bed. Kasten werden leeggehaald en gesopt en weer voorzien van nieuw kastpapier. En verder werd alles gesopt wat maar enigszins gesopt kon worden.
De gordijnen werden gewassen en gestreken en het plafond en de muren werden met een ragebol onder handen genomen. De vloeren werden geschrobd en gedweild. Er bestonden in de jaren vijftig nog geen trekkers. Dat dweilen gebeurde gewoon op de ouderwetse manier: voorovergebogen achteruitlopend.
Greetje moest altijd meehelpen als ze van school kwam. Boven waren er geen muren maar geverfde schotten van hout. Die moesten helemaal schoongemaakt worden. Moeder deed de bovenkant en Greetje de onderkant. Dat vond ze nooit zo leuk omdat ze haar doekje moest spoelen in een emmer met ammonia. En dat stonk. Soms werd ze er licht van in haar hoofd. En dan mopperde haar moeder weer: "Je weet toch dat je niet met je hoofd boven de emmer moet hangen!"
De ruimtes achter de zolder vond ze weer wel leuk. Daar kwamen altijd weer dingen tevoorschijn die ze vergeten was. Ook stond daar haar blauwe poppenwagen en haar pop. Op de slaapkamer was er geen plaats voor en bovendien speelde Greetje niet veel met die ene pop die ze bezat.
Aan het eind van de dag moest ze meehelpen matrassen kloppen en ook de dekens. Dat kon moeder niet alleen. De gestikte dekens werden niet meer teruggelegd op bed omdat die in de kast verdwenen, voor de volgende winter. Dat dekens kloppen vond Greetje ook maar niets. Wat een stof kwam eruit na een winter! En dat stof ging allemaal maar in haar neus zitten kriebelen.
Greetje vond het wel lekker slapen, die eerste nacht na de schoonmaak. Alles rook zo lekker fris.
Dan kwam de trap aan de beurt. De loper werd over de klopstok gehangen om te luchten en te worden geklopt. Alles werd nat afgenomen en de koperen traproeden werden gepoetst.
Daarna kwam de gang aan de beurt en de ouderslaapkamer vóór.
Dan was het de beurt aan de huiskamer. Alles, maar dan ook echt alles werd naar buiten gesleept. Greetje vond het altijd leuk als ze tussen de middag thuiskwam en al het meubilair stond buiten. Kasten werden verschoond en voorzien van nieuw kastpapier en gewassen kastrandjes. Alles in de kast werd afgewassen. De kachel werd in het zwart gezet en naar de schuur verbannen. Het kleed ging over de klopstok en werd met de mattenklopper bewerkt en later geschrobd met de luiwagen, ook de stoelkussens kregen een droge en een natte beurt.. Ook hier werd er verder weer geraagd, gesopt en gezeemd dat het een lieve lust was. Het zeil werd gedweild en in de was gezet en weer uitgewreven. Vitrage en overgordijnen werden gewassen en ook de gordijnroeden werden gepoetst.
Die meubels, Greetje vond het wel leuk dat ze buiten stonden maar het betekende wel dat ze gewreven moesten worden. En dat moest zij vaak na schooltijd doen. Greetje vond dat maar een hels karwei, haar armen werden er doodmoe van. Eerst moest de boenwas van Ça-va-seul er goed ingewreven worden en later met een gele doek weer uitgewreven, zodat alles goed glom. De boenwas vond ze altijd wel lekker ruiken.
De keuken was een heel karwei. Niet alleen het nodige boenen, soppen, ragen en zemen met zand, zeep en soda uit de groen geëmailleerde potjes en vim. Maar ook heel veel kastjes. Het serviesgoed werd afgewassen. Kastjes en planken werden gesopt en voorzien van nieuw kastpapier en kastrandjes. Ook moest er elk jaar weer een nieuwe laag witkalk op de muren. Het fornuis moest helemaal schoongemaakt worden en het messing moet worden gepoetst. De kokosmat werd eruit gehaald en ging ook over de klopstok.
Dan nog het gangetje, de wc en de kelder, en als laatste de buitenboel. Naast de gebruikelijke werkzaamheden als het lappen van de ramen en het schrobben van de stoep, kreeg ook de koperen trekbel een poetsbeurt.
In de avonduren werd de kledingwissel gedaan. Wintergoed in de kast en zomergoed eruit. Eerst kijken of het allemaal nog paste. Greetje vond dit vreselijk: kleren uit, kleren aan, kleren uit, kleren aan. En ook moest er gepast worden om te kijken of ze de kleren van haar oudere zussen al aan kon.
En of de Pasen nu vroeg of laat kwam, alles en iedereen zag er op z'n paasbest uit. Zomerkleding aan, kachel de kamer uit en de gestikte deken van het bed. Al was het nog zo koud, het werd vanzelf wel warmer, zei Greetjes moeder dan.
Ik word al moe als ik het lees... Respect voor je moeder hoor die dat toch elk jaar maar weer deed. Hoe lang was ze er wel niet mee bezig?
BeantwoordenVerwijderenhaha jah.. en zo ging dat bij Ellen ook. En toch had het wel wat ..
BeantwoordenVerwijderenalles zo fris en schoon !
Een soort van lentekriebels alhoewel men tegenwoordig daarmee bedoelt dat men lekker buiten bezig wil zijn !
Toch die geuren van schoonmaak middelen en boenwas..
als ik ze ruik ben ik meteen weer terug in de tijd.. die best goed was :-)
ik klop wel is dekens buiten
VerwijderenTjonge wat hebben wij dan een makkie tegenwoordig.
BeantwoordenVerwijderenJa zo ging dat. Wat een karwei.
BeantwoordenVerwijderenVasten en zo hard werken? Petje af, maar ook wat een gedoe, wat een moeten. Inderdaad hebben wij het makkelijker tegenwoordig.Gelukkig maar
BeantwoordenVerwijderenIJverig was ze!
BeantwoordenVerwijderen